Claes van der Asseldonck Wellen van der Asseldonk Jacob Matheus Jacobszn Jacob Hendrick Jacobszn

Familie van Wautger van der Asseldonck


Woonplaats: gegoed in Uden, Oss en Veghel

Beroep: onbekend

Geboren: omstreeks 1385
          Vader  : Claes van der Asseldonck, zoon van Wautger van den Bredelaer
          Moeder: Elizabeth, dochter Jacop van Hauthuyzen

Overleden: omstreeks 1467

Gehuwd circa 1410 met: Aleydis, dochter van Aert Claes van der Steghen

Kinderen:

Uit dit huwelijk zijn geen kinderen bekend.


Gegevens:

1.
Claes van der Asseldonck hertrouwde rond 1385 met Elisabeth, dochter van Jacop van Hauthuys (ca. 1360-1390).
Hun kinderen waren:
- Wautgerus van der Asseldonck
- Aleyt
- Ava

2.
Wautgerus van der Asseldonck, trouwde met Aleydis, dochter van Aert Claes van der Steghen. Hij was gegoed in Oss (Nyppenvelt) en Veghel (Collartshoeve, Hennenberch en Hoghestraet). Hij leefde ca. 1385-1467 en Aleydis ca. 1390-1474.

3.
Henricus Graet, zoon van Gerardus Graet, en Nycholaus, zoon van wijlen Wautgerus van den Bredelaer, droegen op 21 mei 1416 op aan Godefridus, buitenechtelijke zoon van wijlen Arnoldus van Erpe, de helft van de windmolen met bijbehorende rechten in Vechel. Nycholaus had genoemde rechten verworven van Arnoldus van Gheel, zoon van Jacobus van Gheel, voor een cijns van 2 groten en 5 pond en een pacht van 10 mud rogge, Bossche maat. Ook Wautgerus van der Asseldonc, zoon van genoemde Nycholaus, en Johannes van Meerlaer van Uden, schoonzoon van genoemde Nycholaus, droegen hun rechten in de molen over aan genoemde Godefridus. Henricus van Bredelaer, zoon van Wautgherus, verklaarde af te zien van het recht van vernaardering.
(Bron BP 1189 (1415-1416), fol. 359v-360)

4.
Nycholaus, zoon van wijlen Wautgerus van den Bredelaer, droeg ook nog het volgende goed op aan Godefridus, buitenechtelijke zoon van Arnoldus van Erpe:
- een erfpacht van 2 mud rogge, Bossche maat, elk jaar te betalen op Lichtmis uit een hofstad, hof en aangelegen grond in de parochie van Vechel, ter plaatse genoemd 'die Bruesselsche Buenre'. Nycholaus had deze erfpacht verkregen van Wolterus van den Hoernic, zoon van wijlen Johannes van den Hoernic van Vechel.
- een erfpacht van 1 mud rogge, Bossche maat, elk jaar te betalen op Lichtmis uit 2/3 deel van een hoeve in de parochie van Vechel, ter plaatse genoemd 'die Hoeve van Hoernic' staande in de plaats 'die Bruesselsche Buenre'. Nycholaus had deze erfpacht verkregen van genoemde Wolterus van den Hoernic.
- een erfpacht van 1 mud rogge, Bossche maat, die Wolterus van den Hoernic beloofd had te betalen aan Johannes van den Mortel, zoon van wijlen Petrus Katelinasoen. Jaarlijks te betalen op Lichtmis uit een huis en hof in de parochie van Vechel 'in die Hoernicxsche Hoeve'. Genoemde Nycholaus had deze pacht verworven van genoemde Johannes van den Mortel.
Ook Wautgerus van der Asseldonc, zoon van genoemde Nycholaus, en Johannes van Meerlaer van Uden, schoonzoon van genoemde Nycholaus, droegen hun rechten in de molen over aan genoemde Godefridus.
(Bron BP 1189 (1415-1416), fol. 359v-360)

5.
Wellelmus en Rodulphus, kinderen van Nicolaus Grietensoen en Thomas, zoon van wijlen Henricus van den Elzen verkochten aan Theodoricus, zoon van wijlen Willelmus van Haren een erfpacht van 1 mud rogge, Bossche maat, elk jaar in 's-Hertogenbosch te betalen op Lichtmis uit de volgende goederen:
- een huis, erf en hof in de parochie van Uden, ter plaatse genaamd 'd' Asseldonck', tussen het goed van Luytgardis, weduwe van wijlen Willelmus van Slabroeck aan de ene zijde en een weg aan de andere zijde, strekkende met beide einden aan het goed van Wautgherus van der Asseldonc
- een akker, ongeveer 1 malder rogge groot, gelegen in de parochie van Uden tussen het goed van Henricus, zoon van wijlen Henricus van den Elzen aan de ene zijde en het goed van Rodolphus, zoon van wijlen Nycolaus Grietens aan de andere zijde.
- een huis, erf en hof, ongeveer 1 mud rogge groot, gelegen in de parochie van Uden, ter plaatse genaamd 'Boekel' tussen het goed van Wellelmus, zoon van Nycolaus Grietens aan de ene zijde en het goed van Theodoricus Wellenssoen aan de andere zijde, strekkende met beide einden aan de gemeint.
- de helft van een huis, erf en hof, groot ongeveer 2 mud rogge, gelegen in de parochie van Uden, ter plaatse genaamd 'Boekel', tussen het goed van Johannes, zoon van wijlen Arnoldus Maess aan de ene zijde en het erfgoed van Arnoldus Bystenss aan de andere zijde, strekkende met beide einden aan de gemeint 'den Gemeynen Pedel'.
(Bron: BP 1197 (1425-1426), fol. 242)

6.
Op 24 mei 1425 droeg Egho die Wrede Artssoen goederen op aan Henricus die Loyer, zoon van Henricus die Loyer. Het betrof een perceel in Oss, 'op Nyppenlant', welk perceel Egho verworven had van Andreas van Osse, Arnoldus Aleytensoenss, Johannes van Meerlaer en Waugart Claessoen van der Asseldonc. Tevens een half perceel, groot 6 vatzaad rogge, in Oss 'int Nedervelt' op 'Nyppenlant', welk goed Egho verworven had van Johannes, genaamd Gielis Goyartssoen van Os.
(Bron: BP 1195 (1425), fol. 193v)

7.
Op 8 mei 1428 is er sprake van een heiveld in Veghel 'aen die Hey', gelegen met een zijde aan het goed van Deenkinus van Bredelaer, en het goed van Denkinus van Bredelaer, Nycholaus Delyen en Wautgherus van der Asseldonc aan de andere zijde.
(Bron: BP 1197 (1427-1428), fol. 348v)

8.
In 1428-1429 is er sprake van goed in Uden, gelegen tussen het goed van Wautgherus van der Asteldonc aan de ene zijde, en met een einde aan het goed van Wellinus van der Asseldonc.
(Bron: BP 1199 (1428-1429), fol. 202)

9.
Nycholaus van der Assendonc, man van Elizabeth, dochter van wijlen Jacop van Hauthuys, en hun kinderen Wautgerus en Aleydis, en hun schoonzoon Johannes van Meerlaer, verkochten een erfpacht van 1 mud rogge aan Henricus Ghysselsoen. De erfpacht werd elk jaar op Lichtmis betaald uit de helft van een hoeve, genaamd 'die Assendonck', gelegen in de parochie Uden, met een zijde aan goed van heer van der Heyden, en met de andere zijde aan de gemeint.
(Bron: BP 1188 (1412-1413), fol. 256v)

10.
Op 13 februari 1479 droeg Arnoldus, zoon van wijlen Nycholaus van der Stegen, al zijn goederen op aan Johannes, genoemd Aleydissoen, inclusief het goed afkomstig van zijn vader en het goed dat van wijlen zijn tante Aleydis, weduwe van wijlen Wautgherus van der Asseldonck kwam.
(Bron: BP 1248 (1478-1479), fol. 162)
Afkortingen Historische sites