Claes van der Asseldonck Wellen van der Asseldonk Jacob Matheus Jacobszn Jacob Hendrick Jacobszn

Familie van Jan van der Asseldonck


Woonplaats: Veghel

Beroep: onbekend

Geboren: omstreeks 1395
          Vader  : Claes van der Asseldonck, zoon van Wautger van den Bredelaer
          Moeder: Katharina

Overleden: omstreeks 1467

Gehuwd circa 1430 met: onbekend

Kinderen:

- Claes
- Weltkinus
- Mechtelt
- Jan
- Aert
- dochter


Gegevens:

1.
Omstreeks 1390 hertrouwde Claes van der Asseldonck met Katharina (ca. 1370-1455). Hun kinderen waren:
- Aert
- Elizabeth
- Metken
- Jan

2.
Jan van der Asseldonck leefde circa 1395-1467. Hij was gegoed in Veghel (Hoghestraet en Collartshoeve).

3.
Hij kan de 'Jan Coel' zijn die als schepen in Veghel vermeld wordt in 1437, 1453, 1457, ca 1460 en 1461. (Bron: G.C.W. Wonders, 'Schepenen in Veghel II 1401-1467', in: Van Vehchele tot Veghel, 6 (1986) 97-99)

4.
De naam van zijn vrouw is niet bekend. Hij had de volgende kinderen:
- Claes van der Asseldonk (ca. 1430-1500), gegoed in Vorstenbosch en Veghel
- Weltkinus van der Asseldonk (ca. 1430-1500), gegoed in Uden
- Mechtelt, trouwde met Egidius Jansz, gegoed in Uden
- Jan van der Asseldonk (ca. 1430-1505), had een zoon die in Veghel woonde
- Aert van Asteldonck, zoon van wijlen Jan werd in 1496 poorter in 's-Hertogenbosch. Hij zou hier in de stamboom passen.
- een dochter trouwde met Nycolaus, zoon van Andries Aert Lamberts, gegoed in Veghel en Vorstenbosch

5.
In een oorkonde van 22 augustus 1505 wordt eerst een acte van 26 september 1410 aangehaald. Nycolaus, genoemd van der Astendonck, zoon van Wautgerus, genoemd van den Bredelair, verkocht aan Henricus Hoernken, zoon van wijlen Andries, een erfpacht van 2 mud rogge, Bossche maat, te betalen uit de volgende drie percelen:

1 - een beemd in Veghel, op 'Hulzelaar', gelegen met:
     - een zijde : het goed van Henricus, zoon van wijlen Wautgerus, genoemd van den Bredelaer
     - andere zijde: het goed van Franconus, genaamd Eesseman, verwante(?) van wijlen Jan Rode Hannesoen
     - een einde : het goed van Gerardus, genoemd Heymanssoen
     - andere einde: het goed van Arnoldis, genoemd van den Bolst

2 - een beemd in Veghel op 'Hulzelaer', gelegen met:
     - een zijde : het goed van Franconus Eesseman
     - andere zijde: het goed van Arnoldus van den Bolst
     - een einde : het goed van Arnoldus van den Bolst
     - andere einde: het goed van wijlen Gerardus Heymansz

3 - een beemd, gelegen in Veghel, ter plaatse 'Bredelaer', gelegen met:
     - een zijde : het goed van Henricus, zoon van wijlen Wautgerus van den Bredelaer
     - andere zijde: het goed van heer Henricus, zoon van wijlen Nycolaus, genoemd van der Stegen en land van de verkoper
     - een einde : het goed van Henricus, zoon van wijlen Wautgerus van den Bredelaer
     - andere einde: het goed van Henricus, zoon van wijlen Wautgerus van den Bredelaer

Op 22 augustus 1505 worden deze drie percelen omschreven als:

1 - een stuk beemd, gelegen met:
     - een zijde : het goed van Henricus van Deventer
     - andere zijde: het goed van Peter Tyelens Henricxz

2 - een beemd aldaar, gelegen met:
     - een zijde : het goed van Henricus van Deventer
     - andere zijde: het goed van Arnoldus Claes Arntsz

3 - een perceel, gelegen met:
     - een zijde : het goed van Henricus, zoon van wijlen Dirck Rode Hannenz
     - andere zijde: een perceel akkerland, ''t Schoerken', van de kinderen van wijlen Dirck Stanssarts

Voornoemde pacht is op 22 augustus 1505 in handen van de familie van Asseldonck. Op die dag verklaarden:
- Johannes, zoon van wijlen Johannes van der Astendonck,
- Weltkinus, zijn broer,
- Mechteldis, weduwe van wijlen Egidius Janssoen, en
- Nycolaus, zoon van wijlen Andries Arnt Lambertssoen
voornoemde erfpacht te zullen betalen aan heer Emondus, priester van het altaar van Maria en Barbera in de kerk van Erp. De pacht werd sedert lange tijd betaald door:

1 - voornoemde Johannes van der Astendonck uit een beemd in Uden van circa 1 bunder, gelegen met:
     - een zijde : het goed van Lambertus Wyntkens
     - andere zijde: het water 'den leygrave'
     - een einde : het goed van Henricus Rutten
    - andere einde: de gemeint, genoemd ''t Reybroeck'

2 - voornoemde Weltkinus en zijn zus Mechtildis uit een bunder beemd in Uden, gelegen met:
     - een zijde : een dijk, genoemd 'Carpersdyck'
     - andere zijde: het goed van Godefridus Vos
     - een einde : het goed van Johannes du Croys
     - andere einde: het goed van Arnoldus Marsman

3 - voornoemde Nycolaus uit een bunder beemd in Veghel, gelegen met:
     - een zijde : het goed van Agneta, dochter van wijlen Claes Dircx Smolbers
     - andere zijde: het goed van Petrus, zoon van Henricus Dircxz
     - een einde : het goed van Nycolaus van der Astendonck
     - andere einde: het goed van Henricus Claessoen

Johannes, Weltkinus, Mechteldis en Nycolaus beloofden de boete uit deze pacht te betalen en de schade te vergoeden voor de eigenaars van de drie eerstgenoemde beemden, wezende: Albertus van Berze, Henricus van Deventer en genoemde Agneta. Nycolaus, zoon van Andries Arnt Lambertssoen zal met een dochter van Jan van der Asseldonck getrouwd zijn geweest.
(Bron: 1274 (1505-1505), fol. 347-347v)

6.
In het cijnsboek van de heer van Helmond van Veghel van 1406 wordt een cijns vermeld voor goed in Veghel aan de 'Hoghestraet':
- Willelmus, zoon van Wautgerus van den Bredelaer, uit het goed van de kinderen van Nycolaus van den Bredelaer
- later voor een deel: Arnoldus en Johannes van Asseldonck
(Bron: GA Helmond, Huisarchief Helmond, inv. nr. 127, fol. 107)

7.
In het cijnsboek van de heer van Helmond van Veghel van 1406 wordt een cijns vermeld voor goed in Veghel aan de 'Lage Heide'
- tussen 1406 en 1421 ging Nycolaus van der Astendonck betalen.
- later: de weduwe
- dan 3 kinderen
- dan Claes Jan van Asseldonck en Claes Andriesz
(Bron: GA Helmond, Huisarchief Helmond, inv. nr. 127, fol. 101 en 104v, inv. nr. 128, fol. 1157; inv. nr. 129, fol. 219 en 229)

8.
In het cijnsboek van de heer van Helmond van Veghel van 1406 wordt een cijns vermeld voor goed in Veghel aan de 'Lage Heide':
- tussen 1406 en 1421 ging Nycolaus van der Astendonck betalen.

In de periode 1406-1421 werd het goed gesplitst:
- Nycolaus van der Astendonc betaalde 12 nieuwe penningen uit voornoemde beemd (bij de Collartshoeve)
- de familie Graet betaalde 22 nieuwe penningen uit wat in 1621 beschreven wordt als 'eenen acker aen de Leegheijde'

Het deel van Nycolaus van der Astendonc had als cijnsbetalers:
- Nycolaus in 1421 (volgens andere bronnen overleed hij voor 7 januari 1422)
- de weduwe van Nycolaus van der Astendonc
- tussen 1447-1465: de drie kinderen van Nycolauss van der Astendonc
bijschrift in de marge (cijnsboek 1447-1465): 'te onderhouden in naam van de kinderen van Astendonc, ook na de dood van Arnoldus'. - De cijns wordt gesplitst:
- 1/2: Nycolaus, zoon van wijlen Johannes van der Astendonck
- 1/2: Nycolaus, zoon van Andries Aert Lambert
- Het deel van Johannes van der Astendonck:
- Henricus, zoon van wijlen Tielman Aerts
(verder diens nakomelingen)
(Bron: GA Helmond, Huisarchief Helmond, inv. nr. 127, fol. 101 en 104v; inv. nr. 128, fol. 157; inv. nr. 129, fol. 229)

9.
Op 8 februari 1424 deed Katharina, weduwe van wijlen Nycolaus van der Asseldonc, afstand van het vruchtgebruik in een erfpacht van 1 mud rogge, aan de kinderen van haarzelf en van Nycolaus van der Asseldonc: Arnoldus, Elisabeth, Metken en Johannes. Arnoldus, Elisabeth en Metken droegen hun rechten over aan Dirck, zoon van Arnoldus van der Stegen en beloofden de rechten van hun broer Jan te respecreren. De pacht moet elk jaar op Lichtmis betaald worden uit een perceel in Vechel, 'op Hennenberch', gelegen met:
     - een zijde : Johannes Hubrechsz
     - andere zijde: Arnoldus, zoon van wijlen Nycolaus van der Stege
     - een einde : de gemeint
     - andere einde: niet vermeld
(Bron: BP 1194 (1423-1424), fol. 70v)

10.
Op 19 februari 1426 beloofde Johannes van Meerlaer, zoon van wijlen Jacobus van Meerlaer, een erfpacht van 2 mud rogge te geven aan Katharina, weduwe van wijlen Nycolaus van der Asseldonk en aan de kinderen van Katharina en Nycolaus: Arnoldus, Johannes, Elisabeth en Mette. Katharina zou de erpacht tot aan haar dood genieten, waarna die aan haar kinderen zou toekomen. De erfpacht werd betaald uit:
huis en erf en hof in Uden, 'op Meerlaer', gelegen met:
     - een zijde : Godefridus Lubrechsz
     - andere zijde: Wellen Stocmans en Henricus Rupert
'die Nuwencamp' in Uden, gelegen met
     - een zijde : Godefridus Lubrechsz
     - andere zijde: de gemeint
een perceel gelegen in ''t Goert', met:
     - een zijde : Wellen Stocmans en Arnoldus van den Bogart
     - andere zijde: Herman van Brede
een perceel genaamd 'die Ber...', gelegen op 'd' Asseldonsche camp'
     - een zijde : Henricus Thijs
     - andere zijde: Jacop Broesz
een weiland op 'Meerlaer', gelegen met:
     - een zijde : Henricus die Smit
     - andere zijde: Godefridus Lubrechs
(Bron: BP 1197 (1425-1426), fol. 72)

Afkortingen Historische sites