Claes van der Asseldonck Wellen van der Asseldonk Jacob Matheus Jacobszn Jacob Hendrick Jacobszn

Familie van Jan Jan Jacobs Rijders van Asseldonck


Woonplaats: 's-Hertogenbosch

Beroep: lakenkoopman

Geboren: omstreeks 1550
          Vader  : Jan, zoon van Jacob Matheus in den Rijder
          Moeder: Anna van den Steen

Overleden: tussen 1615 en 1617

Gehuwd omstreeks 1580 met: Geertruda van der Meer

Kinderen:

- ca. 1585           : Anneken
- ca. 1585           : Aelbertken
- in 1590 of 1591: Joannes


Gegevens:

1.
In een akte van 28 mei 1610 wordt 'Jan, zoons Jans Jacopss in den Rijder, wullenlaeckenvercooper' genoemd.
(Bron: BP 1484, fol. 71-72)

2.
In een akte van 3 januari 1606 wordt 'Jan, sone Jan Jacopss' als een van de kerkmeesters van de Sint-Jan in 's-Hertogenbosch genoemd. ('administrateur van de goederen van der bare van alle gelovige sielen in der kercke van Sint Joannis Evangelijst in Shertogenbosch')
(Bron: BP 1446, fol. 109)

3.
'Jan, sone Jan Jacops', gehuwd met Gertruda, dochter van Willem van der Meer, en Jennke en Arnoldus, twee zussen van Gertruda, sloten op 20 mei 1592 een accoord met Thomas, zoon van Rutgers Koude. Rutger had verzuimd een jaarlijkse erfpacht te betalen van 5 mud rogge uit een huis en erf in Geffen aan de 'Papendyck' en 3 morgen land in Geffen. Door middel van een schepenvonnis had Jan, zoon van Jan Jacobs vervolgens het goed gekregen. Jan schonk dat terug en er werd een betalingsregeling getroffen. Kan ontving rogge, boekweit en geld ter waarde van 224 gulden, 9 stuivers en 1 oort. Hij schold 68 gulden en 1 oortstuiver kwijt, omdat het goed in onbruik was en veel geleden had. De resterende 40 Carolusgulden zal half bij de eerstvolgende oogst betaald worden en half op Maia Lichtmis daarop volgende. Jan, zoon van Jan Jacopsz zal ook enige tijd het gedeelte van de dochter van Joost Petersz zelf houden en de opbrengst daarvan beuren, als korting op de achterstallige betaling.
(Bron: BP 1446, fol. 109)

4.
Omstreeks 1609 kocht of verkocht Jan, zoon van wijlen Jan Jacobs 'in den Ryder', een rente van 5 1/2 gulden per jaar, te betalen uit land buiten de Hinthamerpoort.
(Bron: BP 1483, fol. 60v)

5.
Op 24 september 1608 gaf Goyaert, zoon van Willem Hantscoemaker, een rente van 14 Carolus gulden over aan Jan, zoon van Jan Jacob 'Riders'.
(Bron: BP: 1445, fol. 231v)

6.
Op 28 mei 1610 verkocht Jan, zoon van Jan Jacopps in den Ryder', 6 hont akkerland in Maren 'in de Lierten' aan Otto Jans Henricxz. Jan had dit land in 1608 verworven van Goyaerds Jans Dame.
(Bron: BP 1484, 71-72.)

7.
Op 7 oktober 1611 verkocht 'Jan, zoone wylen Jans Jacopss Rijder' een perceel in Maren in 'Cleyn Maren' aan Goijard, zoon van Jans Janss Daemen voor 75 gulden. Op 1 december 1612 verklaarde Jan dat Goijard dr koopsom voldaan heeft.
(Bron: BP 1486, fol. 13-13v)

8.
Op 2 april 1612 legateerde Johanna, dochter van wijlen Johannes, zoon van Johannes Arnoldus van Vladeracken, een erfpacht van 1 mud rogge per jaar uit 18 lopens land in Oss, te 'Lokaerts', aan haar nicht Gertrudis van der Meer, gehuwd met 'Johannes Janssoen Rijder'. Johannes Rijder draagt de pachtsom vervolgens over aan Rodolphus Noppen, zoon van wijlen Henricus, vertegenwoordiger van de Bossche armenblokken.
(Bron: BP 1486, fol. 424v-425v)

9.
Op 15 juli 1613 stelde 'Jan Jans Jacopsz Ryder' inwoner van 's-Hertogenbosch, zich in die stad borg voor 'Cornelis Jans Jacopss, zijn broer. Jan beloofde voor Cornelis een achterstand van negen jaar in het betalen van een cijns van 12 Rijnsgulden en 10 stuivers per jaar te betalen aan Henrick Henricken Corneliss van Eijnde, wonende te Asten.'Cornelis Janss Ryder' beloofde het bedrag terug te betalen aan 'Janne Janss Ryder, zyne broeder'.
(Bron: BP 1488, fol. 222v-223)

10.
Op 24 oktober 1614 trad 'Jan Jacop Ryders' op namens 'de Heeren Beneficianten in Sint-Jans Evangelisten kercke' van 's-Hertogenbosch. Volgens een op 6 september 1613 verkregen volmacht verkocht hij op die dag een huis en erf op het 'Orteneijnde' in 's-Hertogenbosch, omdat een cijns op dat goed niet betaald was.
(Bron: BP 1462, fol. 23v-25v)

11.
Op 23 februari 1615 trad 'Jan, sone wylen Jans Jacopss Ryders' op namens 'des Goidshuys of convents der susteren van Orten' van 's-Hertogenbosch. Namens dat klooster kocht hij op die dag een cijns van 3 Carolus gulden per jaar van Jan, zoon van wijlen Jans Willemss van den Merendonck.
(Bron: BP 1462, fol. 170-171)

12.
Op 24 januari 1617 verkocht 'Geertruijdt naegelaten weeduwe za(liger) Jans Janss Rijder' aan haar dochters Aelbertken en Anneken, gehuwd met 'Jacoppen Laureijnss de jonge':
- twee morgen grond in Maren, de 'Cortmerhoeve'
- 16 hont grond in Maren 'opte (Burs)stucken'
- een perceel  in Maren 'den Paeswilligen'

Het land werd meteen doorverkocht aan Thieleman Jan Thielemans. Jan Janss Rijder had deze percelen toebedeeld gekregen bij een erfdeling op 17 januari 1590 (vermoedelijk van de familie Van Vladeracken, die gegoed was in Maren). Hieruit volgt dat hij voor 17 januari 1590 al met Geertruda van der Meer getrouwd was.
(Bron: BP 1493, fol. 249v-251.)

13.
Op 23 februari 1615 was Jan nog in leven, op 24 januari 1617 was hij al overleden. (Zie hierboven)

14.
Zijn zoon Joannes werdt in 1657 'V(an) Asseldonck' genoemd.
(Bron: De Godsdienstvriend, deel 102, 86-94)

15.
Ook zijn twee broers voerden de naam 'Van Asseldonck'. Daarom zal ook Jan de naam 'van Asseldonck' gevoerd
hebben
Afkortingen Historische sites