![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|
Familie van Adriaan van AsseldonkWoonplaats: Gemert Beroep: bakker Geboren: in 1853 Vader: Servaas, zoon van Adriaan Aarts van Asseldonk Moeder: Antonetta, dochter van Francis Michiels Overleden: in 1907 Gehuwd in 1879 met: Diliana, dochter van Jacobus van Schijndel Kinderen: - 1880: Servatius Hubertus - 1882: Hubertus Gerardus Johannes - 1883: Franciscus Severius Hubertus - 1885: Maria Hendrica Antonetta - 1886: Antonetta Maria - 1888: Antonius Jacobus - 1889: Antonetta Maria - 1890: Maria Antonia - 1892: Josephus Hubertus - 1893: Wilhelmus Hubertus Gegevens: 1. Adriaan werd op 12 mei 1853 in Gemert geboren. (Bron: GA Bakel-Gemert, burgerlijke stand Gemert) 2. Op 11 juni 1879 trouwde hij in Gemert met Diliana. De bruid was op 21 juli 1851 in Gemert geboren als dochter van Jacobus van Schijndel en Antonia Zegers, die pas daarna, op 15 januari 1852 te Gemert trouwden en het kind wettigden. (Bron: GA Bakel-Gemert, burgerlijke stand Gemert, aktenr. 19) 3. Adriaan was bakker in Gemert aan het Binderseind, waarschijnlijk in het huis van zijn vader. Hij dreef samen met zijn vrouw een bakkerij met winkel, waarin ook kruidenierswaren werden verkocht; daarna had hij een wasserij, vandaar dat hij in de registers ook een keer als wasbaas wordt genoemd. Hij bakte het brood voor de paters van de H. Geest en deed ook de was voor hen. (Bron: GA Bakel-Gemert, bevolkingsregister Gemert; Peter van den Elsen, Geschiedenis van de Familie Van Asseldonk, (niet uitgegeven manuscript (Gemert 1992) 47) 4. Cor Otten schrijft in Gemerts Heem (1981) p. 56: 'Altijd weer interessant is het te vernemen hoe straten of wijken aan hun naam zijn gekomen. Zo hoorde ik een vijftig jaren geleden van wijlen Johan van Ansem (overleden op 22 november 1974) de herkomst van de naam 'Fekkegang'. Een officiele Gemertse straatnaam is het nooit geworden. Desalniettemin is 'Fekkegang' voor vele autochtone Gemertenaren de naam voor het straatje dat vanuit het Binderseind tussen twee monumentale beukenheggen door naar het Hopveld leidt. Deze naamgeving moet dateren van zo'n 100 jaar terug. In het onlangs door Harrie van den Hout in oude luister herstelde pand op de hoek Binderseind-Fekkegang woonde indertijd bakker Van Asseldonk met zijn gezin. Bakker Van Asseldonk was een gezien persoon in Gemert van die dagen en op zekere dag werd hij benoemd tot 'Prefect van de Heilige Familie'. Bijna alle Gemertse gezinnen waren in die tijd lid van de Heilige Familie en de functie van prefect was zoiets als een wijkmeester. Het was een erebaantje dat als zodanig ook steevast werd vermeld op bijvoorbeeld doodsprentjes. Bakker Van Asseldonk kreeg door zijn nieuwe functie al gauw de bijnaam 'De Fek'. Die bijnaam raakte zo ingeburgerd dat ook zijn kinderen werden genoend 'Van Fekke'. En... zelfs het steegje naast de ouderlijke woning kreeg als naam: Fekkegang. (Bron: Cor Otten, 'De Fekkegang en de Heilige Familie', in: Gemerts Heem (1981), nr.2, p. 56-58.) 5. Adriaan overleed op 7 maart 1907 in Gemert. (Bron: Schriftelijke mededeling van Maarten van Asseldonk uit Zoetermeer d.d. 5 november 2003) 6. Zijn bidprentje schrijft o.a.: 'Bid voor de Ziel van Zaliger Adrianus van Asseldonk, echtgenoor van Diliana van Schijndel, geboren te Gemert 12 Mei 1853, en aldaar overleden 7 Maart 1907. Lid der H. Familie J.M.J. (..) Werkzaam en met zorgen heeft hij zijne dagen doorgebracht en hij was een vader, waardig om onder de goeden te leven. Voor een weinig lijden zal hij nu veel goeds genieten, want God heeft hem hier beproeft en waardig bevonden. Kalm en gelaten ging hij den dood tegemoet, vol vertrouwen op God. (..) 7. Als beroep van zijn weduwe, Diliana van Schijndel, wordt in 1910 'winkelierster' gegeven. (Bron: GA Bakel-Gemert, bevolkingsregister Gemert) 8. Diliana overleed op 17 januari 1942 te Mierlo-Hout. Haar bidprentje schrijft o.a.: 'In uwe gebeden wordt aanbevolen de Ziel van Zaliger Mejuffrouw Dilia van Schijndek, weduwe van Adrianus van Asseldonk, geboren te Gemert 21 Juli 1851 en overleden, voorzien van de H.H. Sacramenten der stervenden, te Mierlo-Hout 17 Januari 1942. De dierbare overledene was een kloeke, diep godsdienstige vrouw, die een trouwe levensgezellin was voor haar man, een verstandige leidster en opvoedster harer kinderen. Werkzaam en met zorgen heeft zij hare dagen doorgebracht, hare kracht puttend in hare liefde tot God. En toen op hoogen leeftijd, met de kwalen van den ouden dag ook het lijden haar trof, heeft zij dat lijden met bewonderenswaardig geduld gedragen, zonder ooit een klacht te uiten, wetend dat na dit lijden, het verblijden komt. (..)' |
||||
![]() ![]() ![]() ![]() ![]() |
||||
![]() ![]() ![]() |