Claes van der Asseldonck Wellen van der Asseldonk Jacob Matheus Jacobszn Jacob Hendrick Jacobszn

Familie van Antonius van Asseldonk

Antonius en Francina van Boxtel
 
Foto gemaakt in 1899. Achteraan v.l.n.r.: Hannes, vader, Jans, Dina, moeder en Bet.
Middelste rij v.l.n.r.: Bert met schortje, Ant, Trien, Willem op schoot en Mart.
Vooraan zittend: Trui.

Foto genaakt in 1913, t.g.v. de zilveren bruiloft van Toon en Sijn.
Achterste rij v.l.n.r.: Mart, Hannes, Dorus, Bert, Willem, Piet, Dina, Tinus en Trui.
Eerste rij v.l.n.r.: Ant, Cisca, Jans, Nol, vader Toon, Jan, moeder Sijn, Trien en Bet.

Foto gemaakt op 18 juli 1928, Handboogschutterij St. Aloysius.
V.l.n.r.: Hannes, Piet, Tinus, Willem, vader Toon, Nol, Bert, Jan en Dorus.




Bovenste rij v.l.n.r.: Hannes van Asseldonk, Graard Bekkers, Martina Bekkers-van Asseldonk, Willem van Asseldonk,
Berta van Asseldonk-van Rixtel, Dorus van Asseldonk, Mieke van Asseldonk-van de Wetering, Pieta Verbruggen (vriendin
van Tinus), Tinus van Asseldonk, Bert van Asseldonk, Truus (van Asseldonk) van Lieshout, Nol van Asseldonk, Cisca
van heertum-van Asseldonk, en Martinus van Heertum.

Tweede rij van boven v.l.n.r.: Hanne van Asseldonk-de Mol, Jan van Asseldonk, Anna van Asseldonk-van Dooren, Tinus
de Mol, Bet de Mol-van Asseldonk, Toon Bekkers, Dina Bekkers-van Asseldonk, Jaan van Asseldonk, Harrie van de
Crommert, Trui van de Crommert-van Asseldonk, Martina van Asseldonk-van Kessel, Piet van Asseldonk, Maria van
Asseldonk-van de Vleuten.
 
Derde rij van boven v.l.n.r.: Siena Bekkers, Riek van de Crommert, Anneke (van Bert) van Asseldonk, Jans van
Asseldonk (zuster Solana), Dora van de Crommert, grootvader Toon van Asseldonk, Cisca (van Hannes) van Asseldonk,
Anny (van Willem) van Asseldonk, Zus van Heertum, grootmoeder Sijn van Asseldonk, Mariet van Asseldonk, Cisca (van
Piet van Asseldonk), Antoon (van Hannes) van Asseldonk), Ant van Asseldonk (zuster Francinia), Jo (van Hannes)
van Asseldonk, Tonny (van Hannes) van Asseldonk, Cisca (van Bert) van Asseldonk.
 
Onderste rij v.l.n.r.: Frans (van Hannes) van Asseldonk, Lennard Bekkers, Antoon Bekkers, Gijs van Heertum,
Toon van de Crommert, Frans van de Crommert, Martien van de Crommert, Antoon (van Willem) van Asseldonk, Piet
(van Hannes) van Asseldonk, Janus (van Hannes) van Asseldonk.


Woonplaats: Veghel

Beroep: boer

Geboren: in 1860
Vader: Johannes, zoon van Theodorus Theodorus van Asseldonk
Moeder: Elisabeth, dochter van Aart van Bredenrode

Overleden: in 1941

Gehuwd in 1888 met: Francina, dochter van Johannes van Boxtel

Kinderen:

- 1889: Johanna Geerdina
- 1889: Geerdina
- 1890: Elisabeth
- 1891: Johannes
- 1893: Antonetta
- 1894: Catharina
- 1895: Martina
- 1896: Lambertus
- 1897: Geertruda
- 1898: Wilhelmus
- 1899: Martinus
- 1900: Piet
- 1901: Theodorus
- 1902: Laurentius
- 1904: Francina
- 1906: Johannes
- 1907: Arnoldus
- 1908: dochter

Gegevens:

1.
Antonius werd op 5 april 1860 in Veghel geboren als zoon van Johannes van Asseldonk en Elisabeth van Bredenrode.
(Bron: PA Veghel)

2.
Op 27 april 1888 trouwde hij in Uden (voor de wet) met Francina van Boxtel. De bruid was op 6 februari 1866 in Uden geboren als dochter van landbouwer Johannes van Boxtel en Geerdina van Hoogen.
(Bron: RANB, Uden burgerlijke stand, huwelijken 1888, aktenr. 12)

3.
Antonius (roepnaam Toon) en Francina (roepnaam (Sijn) maken op 29 november ieder een testament op, waarbij ze elkaar tot enig erfgenaam, mocht een van hen kinderloos komen te overlijden.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 9.)

4.
Antonius van Asseldonk kocht de volgende gronden.
- Op 7 juli 1887 1,10 ha. bouw- en weiland gelegen aan de Udenschedijk van Johannes van Berkel voor 760 gulden.
- Op 15 juli 1896 0,527 ha. bouw- en weiland gelegen aan het Beukelaarsbroek (Zegersveld) van de erfgenamen van Adriaan van de
   Donk voor 325 gulden.
- Op 4 oktober 1904 2,108 ha. bouwland aan de Udenschedijk van de gebroeders Rath voor 670 gulden.
- Op 21 september 1911 0,484 ha. bouw- en weiland aan het beukelaarsbroek (De Tweede Wal) van Martinus Verbruggen senior
   voor 370 gulden.
- Op 10 april 1913 weiland nabij de Hoogen Duiker van de erfgenamen van Lambertus van Asseldonk voor 820 gulden.
- Op 15 april 1920 13,2 ha. heide en onontgonnen grond in Erp van Franciscus Carolus Cornelis Rath voor 5.440 gulden.
- Op 11 juni 1934 een strook grond, ca. 5,75 meter breed en 133 meter lang van Martinus van der Heijden voor 230,50 gulden.
- Op 31 mei 1934 een landbouwhuis met stal, erf, tuin, bouw- en weiland, groot ca. 1,586 Ha. van Henrica van der Heijden en
  Wilhelmus Jansz. Verbruggen voor 3.960 gulden.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 32.)

5.
Toon en Sijn hebben altijd een uitgebreid gemengd bedrijf gehad. Als extra activiteit teelde hij ook reeds vlas, dat was om de leegte tussen hooitijd en oogst productief te maken. (..)

Toen in 1896 de boerenbond in Veghel werd opgericht was Mariaheide een boerengehucht dat bij Veghel hoorde. Ongeveer  25 boeren uit "de Hei" waaronder Toon van Asseldonk, waren in die tijd lid van de Veghelse boerenbond. Met de stichting van de parochie Maria-Heide op 16 december 1906 werd ook de vraag om in Mariaheide een zelfstandige boerenbond op te richten steeds luider. O.a. Graard Donkers en Toon van Asseldonk waren hierbij belangrijke voortrekkers. Dit resulteerde er dan ook in dat op 16 december 1907 in een zelfstandige "afdeling Maria-Heide" van de NCB met een eigen pakhuis werd opgericht met ca. 55 leden. Toon van Asseldonk was vanaf de oprichting als bestuurslid hierbij betrokken. De groei was zodanig dat al vrij snel behoefte kwam aan een groter pakhuis om zodoende de boeren beter en sneller van dienst te kunnen zijn en eigen voorraden te kunnen aanleggen. Dit resulteerde er in dat in 1912 het nu nog steeds bestaande pakhuis werd gebouwd. De twee belangrijkste financiers van dat gebouw waren wederom Graard Donkers en Toon van Asseldonk. Voor die tijd een geweldige ondernemeing. "Onze vader hi in dieje tijd dikwijls wakker gelegen" heeft zijn dochter Martina later meerdere keren verteld. Later werden er ook aandelen uitgegeven totdat
in 1918 het gebouw door de CHV te Veghel werd overgenomen. Toon van Asseldonk is vrijwel zijn gehele leven actief gebleven in het boerenbondgebeuren.

De boerenleenbank Maria-Heide is op 6 december 1911 opgericht. Hierbij waren wederom (o.a.) (..) Toon van Asseldonk en nog enkele andere vooruitstrevende boeren betrokken. Vanaf de oprichting tot eind jaren dertig heeft Toon van Asseldonk een bestuursfunctie bij de boerenleenbank vervuld. Op 4 februari 1937 werd het 25-jarig bestaan van de boerenleenbank feestelijk herdacht. De oprichters die toen nog in functie waren, pastoor Van Haaren, Graard Donkers en Toon van Asseldonk, werden die dag in het zonnetje gezet en kregen als cadeau ieder een "gemakkelijke stoel" aangeboden.

Toon is medeoprichter en bestuurslid geweest van de Fok- en Controlevereniging en van de Eierbond. Daarnaast is hij ruim 25 jaar bestuurslid geweest van de zuivelfabriek St. Henricus te Uden. Dit laatste heeft waarschijnlijk tot gevolg gehad, dat zij hun melk tot aan de tweede wereldoorlog aan deze Udense melkfabriek geleverd hebben. Ondanks dat Nederland tijdens de eerste wereldoorlog, 1914-1918, neutraal was, hadden zij er toch zijdelings mee te maken. Het Nederlandse leger was gemobiliseerd, d.w.z. de beschikbare soldaten waren paraat en ingekwartierd bij de burgerbevolking. Voor het gezin van Toon en Sijn hield dat in dat drie van hun zonen in die roerige tijd in militaire dienst zijn geweest t.w. Hannes, Bert en Willem, van wie Bert waarschijnlijk in de oorlogsjaren 1966-1918. Daarnaast hebben zij zelf ook soldaten in hun boerderij ingekwartierd gekregen.

Een in die tijd nog vrijwel heilige regel was dat een boerenzoon ook weer boer zou worden. Dit is dan waarschijnlijk ook de reden geweest dat Toon in 1920 13,20 Ha onontgonnen heidegrond kocht onder de gemeente Erp. De aankoopprijs hiervoor was fl. 5,440,--, voor die tijd een geweldige investering. Met zijn 8 zonen werd de ontginning dan ook voortvarend aangepakt. De enige huLpmiddelen waren toen nog een of meerdere paarden met stootkarren, een enkelscharige ploeg, schoppen en een paar stevige knuisten. Dit werk resulteerde er dan ook in dat juni 1928 de eerste steen werd gelegd kon worden voor een nieuw te bouwen boerderij, de latere boerderij van Bert. Deze eerste steen werd gelegd door zowel vader Toon als zijn jongste zoon Nol.

In de Veghelse Courant van 6 October 1923 zijn we het volgende artikel tegengekomen: Op Maandag 1 Oktober en Dinsdag 2 Oktober werd alhier op de boerderijen van de heren G. Donkers en Ant. van Asseldonk het eerste examen der practische
lessen van de plaatselijke melkcursus afgenomen. Van de 21 candidaten werd aan 17 candidaten het diploma als melker(ster)
toegekend.
Een van de geslaagden was Piet van Asseldonk.

Niet alleen in het achterhuis, in de ruimste zin, moest hard gewerkt worden, maar ook in het voorhuis zat men niet stil. De boerderij was immers aanzienlijk aan de voorzijde uitgebreid en er was een ruime naaikamer ingericht waar poffers e.d. gemaakt werden. De poffermakerij had een behoorlijke omvang aangenomen. Hierin was, naast enkele andere zusters, vooral Dina de grote drijfveer en vakkundige, terwijl Trui de specialist was in het maken van (zwarte) mutsen. Niet alleen het maken van poffers, hoeden, mutsen e.d. werd aangepakt, ook dreef men daarnaast een handel in bijbehorende attributen. In 1930, toen de dochters vrijwel allemaal het huis uit waren, zijn ze gestopt met de poffermakerij.

Geleidelijk aan kregen Toon en Sijn het rustiger. De kinderen namen het werk over en Toon en SIjn konden meer genieten van de inmiddels geboren kleinkinderen. Vooral Toon ging graag wandelen met die peuters. Jammer genoeg heeft dat niet zolang mogen duren. Wind jaren dertig begonnen zich bij Toon ouderdomsverschijnselen aan te dienen en ging het vrij snel achteruit met hem.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 26-29.)

6.
Na het trouwen van Toon en Sijn is de boerderij waar ze woonden (huidig adres: Voorhei 2, Mariaheide) meerdere keren verbouwd en uitgebreid. De eerste keer waarschijnlijk direct na hun huwelijk toen ook Toon zijn moeder Elizabeth en zijn zus Theodora bij hen woonden terwijl zij beiden ziekelijk waren. Toen is er rechtsvoor één kamer aangebouwd. Zij hebben daar slechts 2 jaar gewoond, in 1890 zi8jn beiden gestorven. Toen begin 1900 de dochters van Toon en Sijn begonnen met het maken van poffers e.d. is het huis weer aanzienlijk uitgebreid, maar nu met een gehele extra vleugel inclusief het dak. De boerderij is toen L-vormig geworden. De boerderij had in het begin ruimte voor 14 koeien en twee paarden. De varkens en kippem waren in diverse kleine bijgebouwen ondergebracht. Naast het gemengde bedrijf was er ook een grote boomgaard met diverse soorten fruit, veel appels maar ook peren, pruimen en kersen. Verder was er recht voor het huis, omringt door een grote beukenhaag, een groententuin met bleomen maar ook met frambozen. Daarna is de boerderij nog meerdere keren aangepast en uitgebreid tot de huidige vorm. Verder is in Mariaheide in 1928 de rijvereniging St. Hubertus opgericht. Ook hier zijn enkele jongere zonen van Toon en Sijn lid van geweest. Vooral Jan schijnt met zijn paard "Bruintje" een goede ruiter te zijn geweest. Toon had op de boerderij 2 werkpaarden n.l. Vos en Bruintje. Ook rondom de boerderij werden sporten beoefend. Zo was er op de boerderij een eigen beugelbaan waar, in de schaarse vrije tijd, intensief gebruik van werd gemaakt. Verder werd er dikwijls het thans niet meer bekende spel "steentje döppen" gespeeld. De spelregels waren ongeveer als volgt. Er werden door de deelnemers vooraf een gelijk aantal centen ingelegd. Vervolgens werd er een cent op een steen gelegd en om beurten werd geprobeerd een ijzeren "schuts" (grote knikker) op de cent te werpen. Wanneer de cent dan van de steen viel en een bepaalde zijde kwam boven te liggen dan kreeg de werper die cent en werd er uit de "pot" een nieuwe cent op de steen gelegd. Men ging zolang door tot alle ingelegde centen op waren.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 30-31.)

7.
Op 27 april 1938 was het echtpaar 50 jaar getrouwd. naar aanleiding daarvan verscheen het volgende artikel in een krant: "Provinciaal nieuws. Van gouden bruiloften, een huwelijk en... hoe dit op echt Brabantsche wijze gevierd zal worden.

Iedereen in de omgeving van Mariaheide, Veghel en Uden weet de boerderij te staan van Toon van Asseldonk, de boerderij met den prachtigen boomgaard voor het huis, bij den duiker in de kromming van den weg Veghel-Uden te Mariaheide. Op 3 Mei a.s. hoopt Antonius van Asseldonk, geb. 5 April 1860 en zijn vrouw Francina van Boxtel geb. 6 Febr. 1866 den dag te herdenken dat zij 50 jaar getrouwd zijn. Toon is op 1 mei 1888 getrouwd "in het jaar met de drie achten" zegt hij en nam toen de kapitale boerderij van zijn vader over, bleef op het stamhuis dat in 1768 is gebouwd. In totaal werden uit dit huwelijk zeventien kinderen geboren, waarvan er thuis nog zestien in leven zijn. "Ik goa der groot op", zegt Toon, "de'k aacht zeun en aacht deuchter heb". De oudste is negen en veertig en de jongste dertig jaar. Elf kinderen zijn reeds getrouwd en Toon zegt dat hij vijf en veertig kleinkinderen heeft. Drie van de meisjes zijn in het klooster, twee bij de E.E. Zusters Franciscanessen Moederhuis Veghel en een bij de E.E. Zusters Brigittanessen te
Uden (Slotnonnen). De namen der kinderen in volgorde van leeftijd zijn: Johanna (zuster); Gerdina; Elisabeth; Johannes; Antoinetta (zuster); Catharina (zuster te Uden); Martina; Lambertus; Gertruda; Wilhelmus; Martinus; Petrus; Theodorus; Franciscus (overleden); Francisca; Johannes en Arnoldus.

Toon was mede-oprichter der handboogschutterij "St. Aloysius" in het voorjaar 1877. Vader en acht zonen waren allen lid van de handboogschutterij. Eem der zonen, n.l. Martinus was drie maal koning der Schutterij. Dit koningschap behaalde hij door het maximaal aantal punten te schieten met boog en pijl wat geschoten kon worden, met dertig pijlen 106 punten. Dit record werd sinds nog niet verbeterd. Dat de jubilaris een graag geziene persoonlijkheid is blijkt wel uit de verschillende vereenigingen waarvan hij medeoprichter en bestuurslid is geweest. Sinds 1912 bestuurslid van de Coop. Stoomzuivelfabriek "St. Henricus" te Uden. Sinds 1912 mede-oprichter en bestuurslid van de plaatselijke afdeeling der Boeren-Leenbank. Mede-oprichter van de plaatselijke afd. van den N.C.B. Mede-oprichter en bestuurslid van den Pakhuisbond, zoolang deze overging naar den N.C.B. Mede-oprichter en bestuurslid van den Fok- en Controle-Vereeniging. Mede-oprichter van den Eeierbond. Hier is het spreekwoord van toepassing: "Goede wijn behoeft geen krans!"

De op een na jongste zoon stapt op den dag der feestviering in het huewelijksbootje! Om dit feest zoo groots mogelijk te vieren is een feest-comité samengesteld met als voorzitter J. Vissers; secr. en penningmeester, Alb. v.d. Nieuwenhuizen en bestuursleden: Ant. Vissers, H. Brugmans en J. v.d. Nieuwenhuizen. Herauten te paard zullen met trompetten in den vroegen morgen het feest aankondigen. Om 10 uur plechtige H. Mis in de kerk van Onze Lieve Vrouw van Goeden Raad. Na de H. Mis zullen de feestelingen een bezoek gaan brengen aan hun beide dochters zusters der orde Franciscanessen in het klooster der E.E. Zusters van het St. Nicolaas Gesticht. Om 12 uur zullen zij door een bruidstoet en feestjonkers aan het Klooster worden afgehaald, en begeleid door de rijvereeniging naar de ouderlijke woning terugkeeren. Een feestboog ontworpen en uitgevoerd door Meester Tielemans zal aan den verkeersweg worden opgericht, waar de jubilarissen door een der bruidjes zullen worden toegesproken en waar de voorzitter der
feestcommissie een feestrede zal uitspreken. Hierna zullen door het buurt-koor enkele liederen worden gezongen. daarna zal de feestviering in huiselijken kring beginnen waarbij de Harmonie en het mannenkoor uit Veghel tusschen 7 en 8 enkele muzikale nummers ten huize der jubilaressen ten gehoore zullen brengen. Op 3 mei wordt het feest gevierd door ouders en naaste familie. op 4 Mei komen de nichten en neven en goede kennissen uit de buurt. Op 5 mei de jongelui uit de buurt. Op 6 mei de kinderen. Naar schatting zullen ruim driehonderd personen aan dit feest deelnemen. Dit is nog een voorbeeld van een goede, ouderwetsche-Brabantsche-gouden-bruiloft. En hoewel Toon en de vrouw plezier zullen hebben en zullen meeleven met feestvierende kinderen, familie en buurtlui, zal eenieder het gezegde van Toon rechtvaardigen wanneer hij zegt: "Kèl, kèl, wa spennet er. Ik zal blij zijn as 't gedoan is"."
(Bron: kopie van krantenartikel ontvangen van Gerard van Asseldonk uit Mariaheide d.d. 11 maart 2005)

8.
Een aantal van de oudere kleinkinderen herinneren zich deze dag nog goed. (..) Jaan van Hannes was dus als enig kleinkind aanwezig op de meidenvisite. Zij weet zich te herinneren dat er een jongen naast haar zat die zijn arm over haar schouder legde. Sijn zag dat, terwijl die toch aan de andere kant van de "stal" feestzaal zat, en stuurde Jaan zo'n boze blik dat ze erg schrok en de arm weghaalde. Lenard en Siene van Dina herinneren zich beide gouden bruiloft nog goed. Zij kennen dan ook feilloos alle mensen die op de foto's staan. Cisca van Piet, die toen nog geen 5 jaar oud was, weet zich nog te herinneren dat ze een versje op zou zeggen die dag en dat ze niet durfde. Dat heeft ze toen in een kleine ruimte alleen voor opa en oma gedaan. Gijs en Toon van Cisca weten nog dat zij voor 3 dagen naar Mariaheide zijn gekomen met het rijtuig en dat hun zusje Betsie als baby op de grond van het rijtuig lag tijdens de rit naar Mariaheide. Verder herinneren zij zich dat er op die avond enkele stukjes werden gedaan. Er was iemand die een paraplu bij zich had, waar allemaal foto's aan hingen en bij elke foto werd een liedje gezongen. Ook was er een man die als soldaat verkleed was en allemaal domme dingen deed en er was een koord langs de muur gespannen waar allemaal tekeningen aan vast zaten.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 34.)

9.
Toon volgens de herinneringen van zijn kleinkinderen.
Ondanks dat Toon uit een gezin kwam van 8 kinderen hebben veel familieleden altijd gedacht dat hij geen broers en/of zussen heeft gehad. Toon blijkt verder een stevige, rustige, bedachtzame, slimme man geweest te zijn. Op zondag spande Toon graag het paard voor het rijtuig om naar de ontginning te gaan kijken. Hij had namelijk in de Erpse Hei heidegrond gekocht die hij samen met zijn zoons zou ontginnen. Toon ging graag met zijn oudste zoon, Hannes, op het land kijken hoe het er allemaal bij stond. Als je ze dan in de verte zag lopen san was Toon te herkennen aan de drukke gebaren die hij maakte.

Om de week mocht een van de kleinkinderen mee wandelen met opa Toon, dat was altijd erg leuk. Hij kon namelijk geintjes met je uithalen. Zo deed hij soms of hij in een sloot viel en dan moest je hem als klein kind proberen uit de sloot te trekken. De kinderen die naar hem vernoemd waren, dus allen die Toon, Ton of Antoon heten, hadden zijn voorkeur, die waren immers naar hem vernoemd. Als je als kleinkind jarig was en je woonde in de buurt dan ging je voordat je naar school ging bij opa en oma ontbijten. Dan kreeg je bij je ontbijt een ganzenei, wat in die tijd geweldig groot leek en iets bijzonders was. Op nieuwjaarsdag kreeg het kleinkind dat het eerst bij opa en oma was om hen gelukkig nieuwjaar te wensen, een kwartje. Zo was het elk jaar op 1 januari weer een race om als eerste bij opa en oma te zijn.

Op 21 juni 1938, dus vlak na de gouden bruiloft, is de boerderij van zoon Hannes afgebrand. Cisca, Janus, Piet en Frans zijn na de brand ongeveer een half jaar bij Toon en Sijn in huis geweest. Grootvader Toon stopte hen soms stiekem een appel toe, maar dat mocht grootmoeder SIjn zogenaamd niet zien, want dan begon ze te mopperen. Ook andere kinderen van Hannes en Hanne zijn toen tijdelijk bij andere familieleden ondergebracht.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 38.)

10.
Handboogschutterij St. Aloysius in Mariaheide is opgericht in het voorjaar van 1877 en trots kunnen we zeggen dat Toon een van de oprichters was van deze vereniging. Deze vereniging had haar schietbanen achter het café van Jan en Nel Poels, later is dit café "Het Tramstation" en weer later "De Trambar" gaan heten. Vrijwel alle jongelui maar ook ouderen waren lid van deze vereniging. Het was wel uniek dat Toon van Asseldonk en al zijn 8 zonen lid waren van deze vereniging. In 1928 werd het vijftigjarig bestaan op grootse wijze gevierd waarbij alle leden aanwezig waren. Tijdens dit feest werden ook wedstrijden in het koningsschieten gehouden en het toeval of de schietkunst wilde dat Tinus van Asseldonk dat jaar schutterskoning werd.

Ook zijn enkele zonen van Toon en Sijn o.a. Willem en Piet, in Mariahede bij de plaatselijke toneelvereniging geweest. Verder is in Mariaheide in 1928 de rijvereniging St. Hubertus opgericht. Ook hier zijn enkele jongere zonen van Toon en Sijn lid van geweest. Vooral Jan schijnt met zijn paard "Bruintje" een goede ruiter te zijn geweest. Toon had op de boerderij 2 werkpaarden n.l. Vos en Bruintje. Ook rondom de boerderij werden sporten beoefend. Zo was er op de boerderij een eigen beugelbaan waar, in de schaarse vrije tijd, intensief gebruik van werd gemaakt. Verder werd er dikwijls het thans niet meer bekende spel "steentje döppen" gespeeld. De spelregels waren ongeveer als volgt. Er werden door de deelnemers vooraf een gelijk aantal centen ingelegd. Vervolgens werd er een cent op een steen gelegd en om beurten werd geprobeerd een ijzeren "schuts" (grote knikker) op de cent te werpen. Wanneer de cent dan van de steen viel en een bepaalde zijde kwam boven te liggen dan kreeg de werper die cent en werd er uit de "pot" een nieuwe cent op de steen gelegd. Men ging zolang door tot alle ingelegde centen op waren.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 41-42.)

11.
Het kriemellatijn is een soort geheimtaal. Lang hebben we gehoopt dat het een Asseldonk-taal zou zijn, maar het lijkt  er op dat er meer mensen het kriemellatijn kennen. Helaas is het ons niet gelukt de precieze herkomst van het kriemellatijn te achterhalen. Feit is dat alle kinderen van Toon en Sijn het hebben gekend. De meeste kleinkinderen van Toon en Sijn, vooral de ouderen, kenden het ook of herkennen het als ze het weer horen. Vaak werd als reactie gegeven: "Dat heb ik lang niet meer gehoord". Hoe het precies is ontstaan lijkt voor de hand te liggen. Aan het einde van de 19e eeuw was er voor de avonduren geen televisie, internet en wat al niet meer. Men moest zich in huis met elkaar vermaken, vooral in de lange winteravonden. En hier ligt waarschijnlijk de bakermat voor het kriemellatijn. Sommige ouders wilden niet dat hun kinderen het leerden, omdat ze dan geen manier meer hadden om met elkaar te praten zonder dat de kinderen dat verstonden In andere gezinnen was het juist meer een spel om met elkaar kriemellatijn te spreken. In het kriemellatijn worden alle enkele en dubbele klinkers vervangen door -adi-, behalve als de klinker de eerste letter van het woord is. Als je het hardop leest zul je merken dat het gemakkelijker is te spreken dan te lezen of te schrijven.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 41.)

12.
Antonius overleed op 15 februari 1941. Zijn bidprentje schrijft o.a.: 'Gedenkt in uwe gebeden de Ziel van Zaliger Antonius van Asseldonk, diamanten jubilaris der H. Familie; lid van O.L. Vrouw, Moeder van Goeden Raad; lid van de Eerewacht van het H. Sacrament, van de Processie naar Hakendover, Voortplanting des Geloofs enz. Echtgenoot van Francina van Boxtel, geboren te Veghel 5 April 1860, overleden te Maria-Heide 15 Febr. 1941, voorzien van de Genademiddelen der H. Kerk. Toen hij nog jong was, vroeg hij deugd en tot het einde heeft hij haar gezocht; zijn voet bewandelde den rechten weg en van zijn jeugd af volgde hij haar spoor. En zij maakte zijn werk vruchtbaar en deed zijn arbeid gedijen. Zijne jaren bracht hij door in blijheid en omdat hij steeds in de vrees des Heeren vooruitging, stierf hij in vrede. Zijne kinderen en kleinkinderen, talrijk als de spruiten van den olijfboom, staan
op en roemen hem overgelukkig.'

13.
Sijn volgens de herinneringen van haar kleinkinderen.
De familie van Sijn had vroeger thuis een bijnaam "Pitten". Zodoende werd Sijn ook wel "Sijn Pitten" genoemd. Sijn wordt door alle kleinkinderen nog wel herinnerd. Opvallend is dat de kleinkinderen die haar alleen in haar laatste zieke jaren hebben gekend een andere vrouw beschrijven, dan de kleinkinderen die haar langer en goed ter been hebben gekend. De kleinkinderen die haar alleen haar laatste jaren hebben gekend beschrijven haar als een lieve oude vrouw, die eigenlijk alleen maar zat in haar stoel. Sommigen herinneren zich zelfs niet of ze haar ooit hebben zien lopen. De kleinkinderen die haar wat langer hebben meegemaakt beschrijven Sijn als vooruitstrevend, werelds, stuurs, streng, bazig, waar je als kind een beetje schrik voor had en als de vrouw die de broek aan had in huis. Hieruit zou men kunnen concluderen dat het ouder worden, na haar 90ste levensjaar zelfs wat dementerend, haar wat milder heeft gemaakt.

Ook Sijn maakte verschil tussen de kleinkinderen die wel of niet naar haar vernoemd waren. Zo kregen de meisjes die naar haar vernoemd waren, dus allen die Francien, Cisca of Siena heten, met Sinterklaas een kwartje, terwijl de rest een dubbeltje kreeg. Iedereen had veel ontzag voor Sijn, al was het alleen maar omdat ze 17 kinderen het leven had geschonbken. Ook Toon was bezorgd over haar. Zo zorgde hij er altijd voor dat zij het beste kreeg wat er op tafel stond. De vrouw die je zoveel gezonde kinderen schenkt, moet je in ere houden. Toon en Sijn aten dan ook altijd nadat hun kinderen hadden gegeten. Op die manier konden zij rustig eten. Bovendien aten zij echte boter en dronken echte koffie.

Iedereen herinnert zich nog dat Sijn op zondag altijd met het rijtuig naar de kerk ging, ze kon waarschijnlijk niet fietsen. Haar zoon Tinus of een van de knechten spande dan het paard voor en reed haar naar de kerk om haar daar een paar uur later weer op te halen. Als Sijn in het rijtuig langs kwam, en er was nog plaats, dan mochten kleinkinderen uit de buurt mee in het rijtuig naar de kerk. Deze koets heeft als zodanig wel tot begin jaren vijftig dienst gedaan. Sijn ging verder weinig zelf van huis. De meeste kinderen kwamen bij haar op bezoek. Sommige kleinkinderen zeggen zich dan ook niet te herinneren of Sijn ooit bij hen op bezoek is geweest. Het lijkt alsof Sijn een paar keer per jaar naar haar kinderen ging die buiten Mariaheide waren gaan wonen. Verder kwamen alle kinderen en kleinkinderen bij haar in het ouderlijk huis op bezoek. Het was dan altijd een flinke drukte bij Sijn in het huis. Dit maakte dat
Lien, de vrouw van haar zoon Tinus, het erg druk had met het zorgen voor al die bezoekers. Sijn leek dat echter wel te beseffen. Zo heeft zij ooit gezegd toen men haar vroeg wat ze voor haar verjaardag wilde dat ze maar een stofzuiger aan Lien moesten geven, want die kon zij goed gebruiken. Sommigen noemden Lien "de engel van de familie" voor alle goede zorgen die zij getoond heeft voor Sijn en de rest van de familie.

Op Sijn haar verjaardag was het altijd groot feest, iedereen kwam dan langs. Vele kleinkinderen herinneren zich dat er dan allemaal taarten en fruitschalen waren. Dat was zeker in die tijd een enorme luxe. Op haar 91ste verjaardag is Sijn gevallen toen zij wat onkruid uit de tuin wilde trekken. Zij brak daarbij haar pols. De arts in het ziekenhuis vond het het beste als Sijn een nachtje in het ziekenhuis zou blijven, dat wilde Sijn echter absoluut niet. Zij heeft dat dan ook geweigerd met de woorden: "ik heb 17 kinderen gekregen en nooit in het ziekenhuis gelegen, dat doe ik nu dus ook niet". En ze is naar huis gegaan. Op een bepaald moment kreeg Sijn last van haar rug. Er is toen op een dag een wichelroedeloper langs gekomen en die ontdekte dat het bed van Sijn op een waterader stond. Het bed is toen verplaatst en de rugpijn werd minder. De laatste 3 jaar van haar leven was Sijn slecht ter been en heeft zij veel in bed gelegen. Lien heeft voor Sijn gezorgd. Zo had Sijn een beeletje naast haar bed staan, als ze daarmee belde kwam Lien meteen aangerend. Ook heeft een zuster uit Uden, een wijkverpleegkundige, lange tijd mee in huis geholpen onder andere bij de dagelijkse verzorging van Sijn.

Een keer was Sijn zo ziek dat men er een dokter bij haalde. Aangezien haar eigen dokter er niet was, kwam er een vervanger langs. Deze heeft haar een spuit gegeven, maar in plaats van beter ging het alleen maar slechter met Sijn. Er is toen nog een andere arts gekomen en beide artsen hebben lang in de auto samen zitten overleggen. Sijn is vervolgens enkele dagen zeer ernstig ziek geweest en was ook niet bij kennis. Op een nacht ontwaakte ze plotseling en begon rare bewegingen te maken. Ze deed zo raar dat de mensen die bij haar waakten er hard om moesten lachen. Vanaf dat moment ging het weer beter met Sijn. De plaats waar die spuit gezet is geweest, is echter nog lange tijd een open wond gebleven. Hierop terugkijkend lijkt het dus zeer waarschijnlijk dat die arts iets bij Sijn ingespoten heeft wat niet goed voor haar was en dat ze maar ternauwernood overleefd heeft.

Sijn is enkele keren bediend geweest. Een aantal kleinzoons herinneren zich dat dat altijd met de kermis in Mariaheide was. In die tijd was het namelijk gebruikelijk dat je niet naar vrolijke evenementen ging als een van je familieleden bediend was, dus mochten de kleinzoons niet naar de kermis toe. Bij navraag blijkt dat Sijn inderdaad 2 jaar achter elkaar met de kermis bediens is en dat ze de tweede keer kort daarna overleden is.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 38-40.)

14.
Francina van Boxtel overleed op 23 mei 1959. De meeste kleinkinderen herinneren zich wel de begrafenis in 1959. De meeste konden vrede hebben met het feit dat ze overleden was, omdat ze zo oud geworden was. In de laatste dagen van het leven van Sijn hebben veel kleinkinderen bij haar gewaakt, dat was in die tijd heel gebruikelijk. Ook kwamen veel kleinkinderen nog een laatste keer langs om afscheid van haar te nemen. Dat moet voor Sijn niet gemakkelijk geweest zijn. Uiteindelijk is Sijn heel rustig heengegaan. Ze lag te slapen, dat hoorde je aan haar ademhaling. Ineens hield dat ademen op en was ze dus overleden. Toen de begrafenisstoet door het dorp reed kwam er net een militair voertuig voorbij met daar een hoge militair in. Dit militair voertuig stopte en de militair heeft gesalueerd naar de rouwstoet. Dat maakte veel indruk op de kleinste kleinkinderen.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 24, 40.)

15.
Haar bidprentje schrijft: 'Ter vrome gedachtenis aan Francina van Boxtel, weduwe van Antonius van Asseldonk. Lid van de Broederschap van Moeder van Goede Raad, Pausel. Genootschappen enz. Geboren te Uden 6 febr. 1866 en, meermalen gesterkt door de H.H. Sacramenten der Stervenden, overleden te Maria-Heide 23 mei 1959. Reeds lang voor haar heengaan had deze sterke vrouw, sterk naar geest en lichaam, haar strijd gestreden; haar heengaan was een langzame overgang naar een beter leven. Ondanks haar uitzonderlijk hoge leeftijd en de onvermijdelijke gebreken van de oude dag laat zij een leegte achter en veroorzaakt haar heengaan een gemis. Voor haar zeer groot gezin was zij een wijze en sterke moeder, die met de grootste liefde en toewijding de lasten en zorgen heeft gedragen - bovenal was zij een godsdienstige vrouw, die aan haar talrijke kroost ware godsdienstzin heeft doorgegeven; - drie van haar dochters heeft zij zo voor de dienst van God voorbereid en afgestaan. Al bleven offers en beproevingen haar niet gespaard; zij hebben haar niet geschokt, maar bevestigd in haar Godsvertrouwen. Hoe grote vreugde was het voor haar, om al haar kinderen bij zich te zien en te kunnen delen in haar lief en leed, en zo vormde zij nog op hoge leeftijd een hechte band om heel de familie. Al haar kinderen en kleinkinderen danken God voor zulk een moeder en grootmoeder, en niet alleen bij hen, maar bij allen, die haar goed gekend hebben, zal haar nagedachtenis in hoge ere zijn. Beste kinderen en kleinkinderen, vaartwel. God zij met U allen, ik dank U allen voor uw volgzaamheid, aanhankelijkheid en liefde, vooral ook vooor de liefdevolle verzorging. Tot weerziens!

Afkortingen Historische sites