Familie van Wilhelmus van Asseldonk
1931
1956, foto gemaakt t.g.v. de zilveren bruiloft
Achterste rij v.l.n.r.: Francien, Anny, Antoon, Frans, Luus en Riek
Vooraan v.l.n.r.: Martien, Willem, Berta en Nelly
Klik op een foto voor grotere weergave.
Woonplaats: Veghel, na zijn huwelijk in Dinther
Beroep: landbouwer
Geboren: in 1898
Vader: Antonius, zoon van Johannes Theodorus van Asseldonk
Moeder: Francina, dochter van Johannes van Boxtel
Overleden: in 1962
Gehuwd in 1931 met: Lamberta van Rixtel
Kinderen:
- 1932: Antonius
- 1933: Johanna
- 1934: Henrica
- 1935: Francina
- 1937: Lucia
- 1939: Petronella
- 1940: Franciscus
- 1942: Martinus
Gegevens:
1.
Wilhelmus (roepnaam Willem) werd op 19 september 1898 in Veghel geboren als zoon van Anonius van Asseldonk en Francina
van Boxtel.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 44.)
2.
Tussen 1892 en 1910 was Wilhelmus enige tijd dienstbode bij de weduwe van H. van de Locht in Mariaheide.
(Bron: NAA Veghel, bevolkingsregister)
3.
Handboogschutterij St. Aloysius in Mariaheide had haar schietbanen achter het café van Jan en Nel Poels, later is
dit café "Het Tramstation" en weer later "De Trambar" gaan heten. Vrijwel alle jongelui maar ook
ouderen waren lid van deze vereniging. Het was wel uniek dat Toon van Asseldonk en al zijn 8 zonen lid waren van
deze vereniging. In 1928 werd het vijftigjarig bestaan op grootse wijze gevierd waarbij alle leden aanwezig waren.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 41.)
4.
Willem is van 1918 tot en met 1920, dus direct na de eerste wereldoorlog, in militaire dienst geweest. Bij zijn
vertrek uit de dienst heeft hij een herdenkingsoorkonde gekregen met tekst en een afbeelding van een soldaat in
uniform. Op het gezicht van die afgebeelde soldaat is een echte foto van Willem geplakt.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 81.)
5.
Willem heeft in zijn jonge tijd ook toneel gespeeld. Zo heeft hij in dat verband ooit de openingswoorden gesproken bij
de toneelvereniging VZV: “voort zonder vrees”. Daar vertelde hij graag over. Hij wist zich zijn woorden dan ook
nog lange tijd letterlijk te herinneren.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 81.)
6.
Willem en Berta hebben elkaar leren kennen via een vriend van Willem. Berta had eerst verkering met deze vriend.
Wilhelmus trouwde op 30 april 1931 voor de wet en op 5 mei 1931 voor de kerk met Lamberta (roepnaam Berta) van Rixtel.
De bruid was op 29 oktober 1901 in Dinther geboren als dochter van Antonius van Rixtel en Henrica Mulders.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 44, 81.)
7.
Zij zijn na hun trouwen in een huurboerderij in Eerde gaan wonen. In 1939 zijn zij naar Beugt in Dinther verhuisd.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 81.)
8.
Als Willem vroeger brood ging bakken werd er een soort spel om heen gemaakt. De kinderen mochten dan proberen deeg
te pakken maar moesten wel snel zijn anders kregen ze een tik op de vingers. Op deze manier werd het een soort
behendigheidsspel. Willem, zo verteld Anny, had altijd slimme manieren om de kinderen aan het werk te houden. Zo
stond er b.v. een mooie boom met bruine blaadjes achter in het veld. “Wanneer jullie met werken bij die boom zijn,
mogen jullie vijgen van die boom plukken”, zei Willem tegen zijn kinderen. Toen ze na hard werken bij die boom kwamen,
bleken er dus geen vijgen maar alleen blaadjes aan de boom te hangen en had hij hen weer eens goed te pakken gehad.
Frans vertelt nu dat hij goed wist dat er geen vijgen aan die boom hingen. Toen de kinderen klein waren mochten zij
in de buurt in een vijver bij de oude watermolen zwemmen. De meisjes mochten dan tot 3 uur en de jongens na 3 uur
want tegelijk zwemmen dat kon natuurlijk niet. Ieder jaar mocht de familie appels komen halen bij Toon en Sijn, ze
kregen dan 4 kisten uit de eigen boomgaard. Ook al zorgde Willem en Berta er voor dat de kist met de minst lekkere
appels boven stond, bijvoorbeeld de goudrenetten, dan wisten de kinderen toch stiekem appels te pakken uit de kisten
die eronder stonden.
Toen Toon 5 jaar was zei hij altijd tegen zijn vader Willem dat hij wilde sporten. Daar bedoelde
hij dan mee dat hij samen met zijn vader een acrobatische truc wilde doen. Zijn vader zat dan op een stoel en hij had
Toon bij de enkels vast voor zijn buik, Toon had dan zoveel kracht in zijn lijf dat hij horizontaal omhoog kon komen.Toon, als oudste, had veel overwicht op zijn kleinere zusjes en broertjes. Dit blijkt o.a. uit de volgende anekdote.
Toon hing aan een draad boven het water en kon niet droog aan de kant komen. Anny moest van hem het water in om met
behulp van een bootje hem “droog” op de kant te krijgen waarbij Anny zelf wel nat werd.
Frans bekent dat hij vroeger ooit per ongeluk de schuur in brand heeft gestoken. Hij heeft altijd verteld dat hij
eieren ging zoeken en met lucifers licht moest maken om de eieren te vinden. Maar nu kwam de waarheid er pas echt uit
en dat was dat hij vuurtje gestookt had in de schuur met het noodlottige gevolg. Zijn vader Willem was op het moment
van de brand niet thuis, hij was in Heeswijk op bedevaart bij de H. Cunera.
Het lijkt er op dat Berta vroeger ‘de broek aan had’, dit lijkt logisch in verband met het jonge ziek worden van Willem.
Het blijkt echter dat zij dit ook al had voordat Willem ziek werd. En eigenlijk vond Willem dat ook wel prima.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 81-82.)
9.
17 september 1944 wordt door Anny en Frans nog goed herinnerd. De hele lucht was gevuld met parachutisten, dat was
eigenlijk hartstikke mooi. Overal waren er soldaten. Berta heeft later nog vaak verteld dat de parachutisten die in
de buurt geland waren op 17 september langs hun huis naar Veghel trokken. De volgende dag waren echter de Duitsers
weer terug en was het weer spannend. Maar gelukkig is alles goed afgelopen, zoals de geschiedenis ons leert.
Willem was eens in de oorlog met de fiets thuis, bij Toon en Sijn, in Mariaheide. Zijn fiets is toen in Mariaheide
door de Duitsers in beslag genomen, waardoor hij te voet naar Dinther terug moest.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 83.)
10.
Willem heeft op jonge leeftijd, hij was nog maar amper de 50 gepasseerd, de ziekte van Parkinson gekregen. Deze ziekte
heeft niet alleen voor hem veel betekend; het hele gezin heeft zich flink aan moeten passen. De kinderen hebben moeder
Berta veel mee moeten helpen met allerlei zaken.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 80.)
11.
In +/- 1952 verhuisde het gezin naar een andere boerderij op Beugt aan de Kildonkseweg. Deze boerderij, die van de
welbekende huisarts dr. Verbeek was, hebben zij in 1956 gekocht. In 1961 heeft Antoon, de oudste zoon, de boerderij
overgenomen. Willem en Berta hebben toen, ook weer op Beugt, een nieuw burgerhuis gebouwd. Dit huis is later in 1969,
toen Berta weer naar de “straat” verhuisd was, door Frans overgenomen.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 81.)
12.
Wilhelmus overleed op 22 januari 1962 te Dinther.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 44, 80.)
13.
Zijn bidprentje schrijft o.a.: 'In het Paradijs geleiden de Engelen Wilhelmus van Asseldonk, echtgenoot van Lamberta
van Rixtel, geboren te Mariaheide 19 sept. 1898 en overleden te Dinther 22 jan. 1962, tijdig gesterkt door de
genademiddelen van Onze Moeder de H. Kerk. Ieder die hem kende, hield van hem omdat hij een man was beginselvast en
rechtvaardig, die het geloof niet wilde scheiden van het leven. Door zijn goedheid en blijheid was hij een
voorbeeldig echtgenoot en vader. Vooral de laatste tien jaren heeft hij ons geleerd dat blijheid en offer in één
leven samen kunnen gaan. Dierbare vrouw, veel heeft God ons samen gegeven, waarvoor wij Hem heel dankbaar moeten
blijven. Heeft Hij ons ook zijn kruis niet gespaard, wij waren toch gelukkig met ons gezin. God heeft mij uit veel
ellende verlost en opgeroepen tot een beter leven. Daarom treurt niet om mij. Lieve kinderen, mijn zegen vergezelt
U uw leven door. Bemint elkaar en blijft één in uw liefdevolle zorgen voor moeder en uw gebed voor vader. Eerw.
Zuster, bidt voor mij in ue heilige afzondering.'
14.
Lamberta van Rixtel overleed op 2 april 1980 te Dinther.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 44, 80.)
15.
Ter nagedachtenis aan Lamberta van Rixtel, weduwe van Wilhelmus van Asseldonk. Zij werd geboren te Dinther 29 oktober
1901 en overleed aldaar 2 april 1980, na gesterkt te zijn door de H.H. Sacramenten. Zij werd te Dinther begraven op
Paaszaterdag 1980. Berta groeide op temidden van Gods schone natuur. Al vroeg was ze vertrouwd met de wisseling der
seizoenen en de werkzaamheden die in het boerenbedrijf daarop waren ingesteld. Deze vele en veelsoortige werkzaamheden
verrichtte zij met een blij gemoed. Hoewel ze een uur lopen van de kerk woonde, was regelmatig bezoek daaraan geen
probleem. Zo leefde ze op God gericht en was werken en bidden het rithme, dat haar leven bepaalde. Ze hield van humor
en een blijde lach. Zo vormde het leven haar tot een gezonde en evenwichtige vrouw, die bekwaam was haar taak als
moeder en boerin goed te vervullen. Daardoor was zij ook in staat de moeilijkheden, waarvoor ze later gesteld werd,
het hoofd te bieden. Want reeds vroegtijdig had ze alleen de zorg voor gezin en bedrijf. Bij het vorderen der jaren
mocht zij zich intens verheugen, dat haar kinderen en kleinkinderen het goed maakten en zo eensgezind met elkaar
waren, over de vele vriendschap van buren en leeftijdsgenoten, over de gezellige kaartavonden, waar ze echt op telde.
Zo heeft moeder een gelukkige levensavond gehad. Toen ze hoorde dat haar leven hier een einde zou nemen, viel haar
dit erg moeilijk, maar ze zei: "Er is niets aan te doen en dan zal dit Gods wil wel zijn." Door de optimale
verzorging van deskundigen en vooral van haar kinderen en kleinkinderen, mocht ze het voorrecht hebben thuis te
sterven. In de week waarin de Kerk het lijden en de dood van Christus herdenkt, heeft Berta met Christus haar
doodstrijd gestreden; zich verenigd met zijn lijden. We hebben de overtuiging, dat moeder nu ook met Christus tot de
heerlijkheid der Verrijzenis is gekomen. Wij zullen vader en moeder met dankbaarheid gedenken.' |