Familie van Martinus van Asseldonk
1928: Martinus als schutterskoning
1944
Ca. 1958
V.l.n.r.: moeder Lien, Jantje 2, Tonnie, Antoon, Frans, vader Tinus
Klik op een foto voor grotere weergave.
Woonplaats: Mariaheide
Beroep: landbouwer
Geboren: in 1889
Vader: Antonius, zoon van Johannes Theodorus van Asseldonk
Moeder: Francina, dochter van Johannes van Boxtel
Overleden: in 1991
Gehuwd in 1944 met: Mecheline Vissers
Kinderen:
- 1945: Antonius
- 1947: Johannes
- 1948: Franciscus
- 1951: Antonius
- 1954: Johannes
Gegevens:
1.
Martinus (roepnaam Tinus) werd op 15 december 1889 in Veghel geboren als zoon van Antonius van Asseldonk en Francina
van Boxtel.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 44.)
2.
Handboogschutterij St. Aloysius in Mariaheide had haar schietbanen achter het café van Jan en Nel Poels, later is dit café
"Het Tramstation" en weer later "De Trambar" gaan heten. Het was wel uniek dat Toon van Asseldonk en al
zijn 8 zonen lid waren van deze vereniging. In 1928 werd het vijftigjarig bestaan op grootse wijze gevierd waarbij alle
leden aanwezig waren. Tijdens dit feest werden ook wedstrijden in het koningsschieten gehouden en het toeval of de
schietkunst wilde dat Tinus van Asseldonk dat jaar schutterskoning werd.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 41.)
3.
Martina, Tinus, Jan en Nol hebben als laatste thuis gewoond bij Toon en Sijn. Toen Martina met Graard Bekkers
in 1936 wilde gaan trouwen, zou er geen vrouw meer in huis zijn en dat kon niet. Ze zijn toen gaan zoeken naar een
meid in huis. Uiteindelijk kwamen ze bij Lien van Tonny Vissers terecht. Lien wilde in eerste instantie helemaal
niet omdat ze erg tegen de van Asseldonken op keek. Martina deed echter de onderhandelingen en die wilde perse
dat Lien kwam werken. Uiteindelijk heeft Martina zo’n hoog loon geboden dat ze niet meer kon weigeren. De
allereerste keer dat Lien moest gaan werken is ze voordat ze ging werken nog bij haar zus Jans langs gegaan die op
dat moment bij Harrie v.d Crommert werkte. Zij hebben toen samen staan huilen omdat Lien er zo erg tegen op zag.
Lien was toen 25 jaar, 8 jaar later is ze met Tinus getrouwd. De verhalen vertellen dat Lien en Tinus elkaar al
lang leuk vonden maar dat de stap naar echte verkering lang op zich liet wachten. Martina heeft altijd verteld dat
zij er uiteindelijk voor gezorgd heeft dat ze toch verkering kregen. Aangezien Lien natuurlijk als meid in huis
woonde bij Tinus is ze voor het trouwen nog een paar weken naar haar ouderlijk huis gegaan.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 85.)
4.
Op 9 augustus 1944 trouwde hij met Mecheline (roepnaam Lien) Vissers. De bruid was op 22 juni 1911 in Erp geboren
als dochter van Antonius Vissers en Johanna Willems.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 44, 85.)
5.
Na het trouwen is er weinig veranderd voor Lien en Tinus. Lien deed nog steeds het huishouden en verzorgde het
vele bezoek dat langs kwam. Alle kinderen kwamen namelijk zeker een keer per week naar huis en meestal met enkele
kinderen erbij. Dat gaf natuurlijk een heleboel drukte en een heleboel werk voor Lien. Lien is altijd erg gek geweest
op opa Toon en een beetje bang voor Sijn omdat deze zich duidelijk boven Lien plaatste. Bovendien was Sijn altijd
recht door zee en dat vond niet altijd iedereen even prettig. Er hebben altijd een heleboel nichtjes bij Lien gewerkt
om haar mee te helpen bij de verzorging van Sijn en de kinderen van Lien en Tinus. Ook zuster van Uden is veel in
huis geweest. Tinus is altijd op het stamhuis blijven wonen.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 86.)
6.
Tinus is een markante man geweest. In 1980 is er zelfs een stukje in de Heise Krant verschenen over Tinus. De Heise
Krant wilde in die tijd iedere maand een inwoner van Mariaheide voor het voetlicht brengen in de rubriek “markant
figuur”. Tinus was de eerste in deze rubriek. Tinus was een rustige man, maar hij kon hele sterke verhalen vertellen.
Hij kon erg goed met kinderen overweg en praatte zelf heel erg graag met kinderen. Hij was ook een goed gelovig mens,
zijn geloof was op zijn manier erg belangrijk voor hem. Voor Tinus waren geld of materiële zaken niet zo belangrijk.
Hij vond het namelijk belangrijker dat ze goed rond konden komen en verder een goed leven hadden in vrede met zichzelf.
Tinus was een diepzinnig en wijs mens, die veel las en over het leven nadacht. Lien was ook zeer gelovig maar uitte
dat meer als trouwe kerkbezoekster en door het aansteken van kaarsen.
Velen herinneren Tinus als de man die kon spoken en dat was in de verre omtrek bekend. Van andere mensen hoorden ze
later vertellen dat zij in de tram zaten, die voor de oorlog daar nog reed, en dat reizigers tegen elkaar zeiden:
“Daar woont de man die kan spoken”, als zij langs de Voorhei reden. Tinus kon zijn verhalen namelijk zo levendig
vertellen dat velen hem gingen geloven. Hij haalde ook vaak grapjes uit. Zo heeft hij ooit 50 mussen uit een hooimijt
gehaald en die in zijn kleren verstopt om vervolgens net te doen alsof hij die mussen uit het niets te voorschijn
kon toveren. Met als gevolg dat er 50 mussen in huis vlogen. Of hij holde een biet uit en maakte daar een gezichtje
van en zette daar een kaarsje in. Als het dan donker werd dan zag dat er erg eng uit. Ook wist hij feilloos in huis
waar bepaalde planken los zaten. Dan vertelde hij een spannend verhaal en in dat verhaal zou er dan ineens een
schilderij gaan bewegen. Tinus bewoog zelf dan op het juiste moment op de losse plank waardoor de muur en dus het
schilderij gingen bewegen. Een keer is hij iets te ver gegaan in zijn grapjes. Er was een familiefeest, maar Tinus
kon niet mee omdat er een koe moest kalveren. Gedurende de avond had de koe gekalfd en Tinus had de nageboorte over
de steeg heen gespannen met alle onprettige gevolgen van dien voor de terugkerende familieleden. Dat heeft men hem
toch wel kwalijk genomen.
Als Lien naar de kerk was geweest dan stond zij vaak nog lang na te praten langs de weg met schoonzus Trui en haar
zus Jaan de Koning. Tinus heeft toen een keer daar langs de weg een tafel met stoelen en wat koffie neer gezet. Op
die manier konden zij gemakkelijk en gezellig kletsen. Net als zijn vader Toon was Tinus erg geďnteresseerd in het
Esperanto. Zij zagen dit echt als de toekomstige wereldtaal. Via cursussen en ook via de radio heeft Tinus zich
zoveel mogelijk in het Esperanto verdiept.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 86-87.)
7.
Tinus en Lien hebben veel verdriet moeten doormaken voor wat hun kinderen betreft. Sijn heeft daar ooit over gezegd:
“ik heb met mijn 16 gezonde kinderen nooit zo veel werk gehad als Lien met haar jongens”. Zij hebben veel verdriet
in hun leven gehad door de ziekten en het vroege overlijden van een aantal van hun kinderen.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 84, 87.)
8.

Ter liefdevolle gedachtenis aan Antonius Maria van Asseldonk, geboren te
Maria Heide 1 juni 1945 en tengevolge van een droevig ongeval overleden in
het St. Jozef Ziekenhuis te Veghel 4 oktober 1864, voorzien van het H.
Sacrament der Zieken. Vervuld, geprezen en in eeuwigheid verheerlijkt zij de
allerheiligste, allerbeminnelijkste en allerrechtvaardigste Wil van God in
alles. Hemelse Vader, Gij hebt Uw dienaar Antonius op negentienjarige
leeftijd aan onze liefde ontrukt; wij begrijpen het niet; hij was onze
oudste, onze steumn, onze hoop, voor ons onmisbaar; diep bedroefd en
verslagen buijgen wij het hoofd en stamelen: Vader, Uw Wil geschiede, niet
de onze. Heer Jezus, wij willen naar Uw voorbeeld ook dit kruis nog dragen:
help Gij ons, het is voor ond, mensen, te zwaar. Hij was zo goed, diende
God, eerde zijn ouders. Hij was zo gehoorzaam en gewillig, liefdevol en
behulpzaam; daarom valt dit verlies zo zwaar. maar is zijn nagedachtenis een
troost. Beste Vader, lieve Moeder, gij hebt zo veel zorgen aan mij besteed;
graag had ik op aarde uw goedheid nog meer willen vergelden. Boven zal ik
bij God uw voorspraak zijn en Maria's hulp vragen in uw leed en verlies.
Vader, Moeder, broertjes, familie en vrienden, vaarwel, tot in de hemel. Hij
ruste in vrede. Amen.
9.
Het zoontje Johannes (Jan), geboren op 10 januari 1947, overleed op 10
november 1952, op 5-jarige leeftijd.
(Bron: schriftelijke mededeling van Gerard van Asseldonk d.d 13-11-2016.)
10.
Zoon Johannes (Jantje), geboren op 20 februari 1954, overleed op 27 december
1976 op 22-jarige leeftijd.
(Bron: schriftelijke mededeling van Gerard van Asseldonk d.d 13-11-2016.)
11.
Martinus van Asseldonk overleed op 21 december 1991.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 44.)
12.
Zijn bidprentje schrijft o.a.: 'Ter herinnering aan Martinus van Asseldonk, echtgenoot van Mechelina Vissers. Geboren
te Mariaheide 15 december 1809, voorzien van het H. Sacrament van de Zieken, overleden te Mariaheide 21 december 1991,
hij werd begraven op het R.K. Kerkhof van de parochie O.L. Vrouw, Moeder van Goede Raad te Mariaheide 27 december 1991.
Na een leven van trouwe zorg en bezorgdheid voor zijn vrouw en zijn gezin, is hij toch nog vrij onverwachts maar
rustig ingeslapen. Hij mocht een lange levensavond beleven en daar was hij dankbaar voor. Samen met moeder heeft hij
echt kunnen genieten van zijn oude dag. Het is van hem bekend dat hij zo graag en zo goed met kinderen kon omgaan,
maar vooral zijn eigen kinderen en kleinkinderen waren zijn vreugde en zijn geluk. Zelf geboren als elfde in een
gezin van zestien kinderen, was hij maar wat trots, als hij terugdacht aan dat grote gezin, waar altijd van alles te
beleven viel en trots was hij ook als hij vertelde, dat hij op dezelfde plaats mocht slapen, waar hij eens geboren
was. "Ja", zei hij dan, "dat kunnen niet veel mensen zeggen". Op dezelfde plaats is hij ook rustig ingeslapen. Het
was zijn grote wens om thuis te mogen sterven en wij zijn er gelukkig mee, dat we hem tot het laatst hebben kunnen
verzorgen en verplegen. In onze herinnering bewaren wij de gedachte aan de vele keren, dat hij onder de noteboom zat,
die hijzelf eens heeft geplant. Hij toonde een bijzondere belangstelling voor de natuur en alles wat zich daarin
afspeelt. Het boerenhart zat diep in hem. De boerderij betekende erg veel voor hem, hij heeft er hard aan gewerkt, hij
verzorgde zijn vee met veel aandacht. Tot het laatst toe vroeg hij er nog naar. De zware tegenslagen, die hij in zijn
gezin te verwerken kreeg, hebben hem nooit gebroken. Heel nuchter en bedachtzaam ging hij daarmee om. Het verlies
van zijn kinderen, bijzonder van zijn oudste zoon Antoon, heeft hem diep getroffen, maar zijn diepe en overtuigde
geloof in God hield hem staande en hij wist ook moeder te steunen, om het verdriet teboven te komen. "Het is voor ons
weggelegd", zei hij dan, "We zullen het moeten aanvaarden. Maar als men bidt om geloof, dan krijgt men dat. Het is
het belangrijkste wat er is". In deze eerlijke overtuiging heeft hij God met oprechtheid gediend en voor de zijnen
gezorgd in goede en kwade dagen. Moge eeuwige blijschap nu zijn loon zijn in de hemel.'
13.
Mechelina Vissers overleed op 28 oktober 1999.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 44.)
14.
Haar bidprentje schrijft o.a.: Ter herinnering aan Mechelina van Asseldonk-Vissers, weduwe van Martinus van Asseldonk.
Geboren te Erp 22 juni 1911. Overleden te Mariaheide 24 oktober 1999. Zij werd begraven op het r.k. kerkhof van de
parochie O.L. Vrouw Moeder van Goede Raad te Mariaheide 29 oktober 1999. Na een leven van trouwe zorg en bezorgdheid
voor velen die haar dierbaar waren, ben je rustig, maar toch vrij onverwacht van ons heengegaan. Je mocht een lange
levensavond beleven en daar was je dankbaar voor. Je bent geboren in Erp als oudste van een groot gezin. Later ben je
verhuisd naar de Voorhei. Daar heb je ook je man Tinus leren kennen en samen gingen jullie verder met de boerderij.
Jarenlang heb je oma Van Asseldonk verzorgd. Hierdoor kreeg je een sterke band met de familie. Ook de band met je
broers en zussen was hecht. Van hen heb je veel steun ondervonden in de moeilijke tijden die je hebt meegemaakt. Het
verlies van jouw kinderen, bijzonder van jouw oudste zoon Antoon, heeft je diep getroffen. Samen met vader en jullie
diepe en overtuigende geloof in God hielden jullie je staande. Ondanks de tegenslagen was je altijd opgewekt en
vriendelijk en kon je de mooiste verhalen vertellen. Nadat wij getrouwd waren kon je het wat rustiger aan doen. Je
was blij dat je zo dichtbij kon blijven wonen. Samen met jouw zussen ben je vaak op Bedevaart geweest om daar te
bidden voor de mensen die jou lief waren. Je vertrouwde rit naar Frans in Tilburg heb je vorige week nog kunnen maken.
Het geboren worden en zien opgroeien van je kleinkinderen was een mooie tijd van je leven en deed je enorm goed. Je
sprak dan ook altijd over "onze Martien", "ons Maria", "onze Gijsbert" en "ons Carolien".
Je was een lieve en zorgzame Oma en ze hebben veel van je geleerd. Toen het wat minder met je ging hadden ze alle
zorg voor jou. Met zijn allen waren we een hecht stel. Onze jaren die we samen beleefden laten zich nooit meer
uitwissen. Onze wegen scheiden zich, maar zullen weer samenkomen.' |