Familie van Theodorus van Asseldonk
1936
1961, foto gemaakt t.g.v. de zilveren bruiloft
Achteraan v.l.n.r.: Francien, Antoon, Piet, Frans, Theo, Jan en An
Vooraan v.l.n.r.: Petra, vader Dorus, moeder Mieke en Solana
Woonplaats: Veghel, na zijn huwelijk in Nistelrode
Beroep: landbouwer
Geboren: in 1901
Vader: Antonius, zoon van Johannes Theodorus van Asseldonk
Moeder: Francina, dochter van Johannes van Boxtel
Overleden: in 1970
Gehuwd in 1936 met: Maria van de Wetering
Kinderen:
- 1937: Antonius
- 1939: Johanna
- 1940: Francina
- 1942: Petronella
- 1944: Petrus
- 1946: Solana
- 1947: Johannes
- 1949: Theodorus
- 1953: Franciscus
Gegevens:
1.
Theodorus (roepnaam Dorus) werd op 25 oktober 1901 in Veghel geboren als zoon van Antonius van Asseldonk en
Francina van Boxtel.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 44.)
2.
Tussen 1910 en 1921 was hij achtereenvolgens knecht bij:
- H. van de Locht in Mariaheide
- Daarna woonde hij thuis
- Vervolgens was hij knecht bij H. van de Steen in Veghel.
(Bron: NAA Veghel, bevolkingsregister)
3.
Handboogschutterij St. Aloysius had haar schietbanen achter het café van Jan en Nel Poels. Het was wel uniek dat
Toon van Asseldonk en al zijn 8 zonen lid waren van deze vereniging. In 1928 werd het vijftigjarig bestaan op
grootse wijze gevierd waarbij alle leden aanwezig waren.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 41.)
4.
Dorus en Mieke hebben elkaar leren kennen via Janus van Os, een kameraad van Dorus. Deze Janus had verkering met
Lien van de Wetering, een zus van Mieke. Mieke heeft het niet gemakkelijk gehad in haar jonge leven. Zo heeft
zij in het jaar 1926, zij was toen 19 jaar, haar vader, haar moeder en haar oudste broer verloren. Haar moeder
overleed aan borstkanker, vader stierf later dat jaar aan een hartinfarct en haar broer, die toen 17 jaar was,
overleed in december van dat jaar. Mieke was vanaf toen als oudste dochter met nog 4 broers en zussen alleen
over met een bedrijf. Een oom die geen kinderen had werd voogd. Omdat Mieke volgens de wet toen nog niet
meerderjarig was, heeft er 2 jaar een knecht bij hen in huis gewoond. Op de dag dat Mieke 21 jaar werd en dus
meerderjarig was, moest deze knecht direct weg van de kinderen. Dit doet vermoeden dat het niet leuk was in huis
met deze knecht. Mieke is zich lange tijd voor haar jongere broers en zussen weg blijven cijferen. Zo is haar
jongere zus Lien 2 jaar eerder getrouwd dan Mieke. Maar op deze manier kon het bedrijf blijven bestaan.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 95.)
5.
Theodorus trouwde op 11 mei 1926 met Maria (roepnaam Mieke) van de Wetering. Mieke is geboren op 11 maart 1906 in
Uden geboren als dochter van Petrus van de Wetering en Johanna de Groot. Dorus en Martina van Asseldonk, dus broer
en zus, zijn op dezelfde dag voor de kerk getrouwd nl. op 13 mei 1936. Dorus en Mieke zijn eerst om half 8
’s ochtends getrouwd in Nistelrode en zijn vervolgens op de fiets naar Mariaheide gegaan waar Martina en Graard
om 9.00 uur trouwden.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 44, 95-96.)
6.
Dorus is met Mieke in Nistelrode gaan wonen. Lange tijd heeft hij het er moeilijk mee gehad dat hij niet meer in
Mariaheide woonde. In het begin ging hij zelfs nog drie keer per week met zijn fiets naar moeder Sijn toe in
Mariaheide.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 94, 96.)
7.
Dorus en Mieke hebben tot 1950 in een van de 2 boerderijen, die in de familie van Mieke waren, gewoond. Een van de
twee boerderijen was in goede staat maar had minder grond rondom het huis. De andere boerderij had veel meer grond
rondom het huis maar daarvan was het huis zelf in veel minder goede staat. Bij de verdeling, door middel van het
“spierke trekken”, kregen Dorus en Mieke de oude boerderij. Bij deze boerderij was dus veel meer grond bij het huis
en ze zaten erg vrij tegen een uitloper van de Bedafse Bergen aan. Mieke heeft het er echter lange tijd moeilijk mee
gehad dat ze van een goed woonhuis naar een veel ouder en slechter huis heeft moeten verhuizen. Vanzelfsprekend zijn
ook zij in mei verhuisd. Dat deed je als boer altijd in die tijd. Dan waren de schuren leeg en kon je de platte wagen
gebruiken omdat het weer dan meestal goed was.
Rondom de verdeling van de boerderijen van Toon en Sijn heeft Dorus niet meegedaan omdat hij al een boerderij had.
Toch had hij wel interesse gehad in de boerderij van Bert omdat hij die ook mee ontgonnen had. Dorus was daar toen
voerman geweest. Verder heeft Dorus altijd graag de boerderij “Hoeve Bouwlust” op de Voorhei in Mariaheide willen
huren of kopen. Dat is er echter nooit van gekomen. Het was de manier geweest om weer terug te keren naar Mariaheide.
Dorus was dan ook erg blij toen zijn dochter Solana grond kocht in Mariaheide. Hij heeft dan ook meegewerkt aan het
bouwen van de schuur.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 94, 96.)
8.
Thuis had Mieke de broek aan, behalve voor wat betreft de handel dat deed Dorus zelf. Mieke was een echte boerin.
Ze hadden een gemengd bedrijf met veel kippen. De kippen werden opgefokt tot leghennen voor de eieren om uiteindelijk
te eindigen als slachtkip. Later in 1960 zijn ze ook eenden gaan houden voor de mesterij. De eenden zaten op de berg
want daar zaten ze hoog en droog. Verder was het heel erg belangrijk dat ze voldoende en schoon water hadden en dat
moest dus voortdurend daar naar toe gebracht worden. Het water was namelijk noodzakelijk voor een mooie dons, wat
weer belangrijk was voor een goede prijs. Na 7 weken en 2 dagen, en geen dag eerder of later, moesten de eenden naar
de slachterij. Dorus en Mieke hebben een druk bedrijf gehad waar alle kinderen, maar met name de meiden, hard in mee
werkten.
Het ochtendritueel, toen de kinderen naar de lagere school gingen, was altijd erg strikt. Om 6 uur stonden ze
allemaal op om om half 7 in de kerk te kunnen zijn. Na de mis waren ze om half 8 thuis en dan moesten ze windeieren
onder de hort gaan zoeken. Windeieren zijn eieren met alleen een velletje erom heen, dus zonder schaal. Deze
windeieren werden geroerd in de pan met melk en brood, met peper en zout erbij. Mieke zei altijd dat ze dan alles
gegeten hadden wat goed voor ze was. Om kwart over 8 gingen ze dan naar school. Tussen de middag liepen ze weer
allemaal naar huis terug. Zo liepen zij elke dag 6 kilometer. Als het heel hard regende kwam Dorus wel eens de jassen
brengen. Hij deed dat dan op de fiets zodat de jassen al nat waren als ze ze aantrokken. Net voor het eten ging
Dorus altijd op de fiets naar het land kijken. Waarom of welk land was nooit duidelijk maar het was wel altijd zo.
De rest van het gezin moest dan vaak wachten tot hij terug was voordat ze konden gaan eten. Als de kinderen
gecorrigeerd moesten worden dan sloeg Dorus met zijn pet op de tafel of dreigde met de kachelpook. Mieke had een
andere methode; zij pakte altijd een klein velletje op je arm.
Voor de kinderen was het in de zomer een uitje om met de platte wagen naar Bedaf te gaan. Ook waren daar soms
neefjes en nichtjes uit Mariaheide bij. Een ander uitstapje was met de fiets naar de speeltuin in Velp gaan. Dorus
reed dan ook mee met de transportfiets waar enkele kinderen op konden zitten. Boterhammen en ranja werden
meegenomen en ’s middags kregen ze dan nog een ijsje. Een keer per jaar gingen ze op de platte wagen op een
woensdagmiddag naar Mariaheide. Dan gingen ze appels halen bij Sijn en vervolgens gingen ze naar Martina om klompen
te halen. De kinderen die er dan bij waren konden zelf hun klompen passen, van de andere kinderen hadden ze stokjes
bij zich met de lengte van de voeten. Dan legde ze die stokjes in de klompen en zo konden ze dan bepalen welke
klompen zouden passen. Ook kwamen er dikwijls mensen bij hen thuis die daar dan iets moesten doen, b.v. de
melkschepper, de inseminator of iemand van de CAV die de bestelling op kwam nemen. Dat was altijd gezellig, vooral
wanneer zij bleven “buurten” en koffiedrinken. De kinderen bleven dan altijd heel stil zodat ze niet naar bed
toe hoefden.
De zomertijd, wanneer er geoogst werd, was ook altijd gezellig. Dan waren er meerdere mensen bij hen thuis die
meehielpen. De kinderen moesten aan een andere tafel eten omdat de tafel in de keuken te klein was. Alleen de
jongens uit het gezin mochten in eerste instantie leren. Antoon herinnert zich dat Mieke, omdat er binnen te
weinig plaats was, een tafel tussen de kuikens had neergezet waaraan hij kon leren. Daar tussen de kuikens was
het warm en rustig. De meiden moesten thuis een paar jaar mee werken. Voor Solana hield dat in dat zij op
15-jarige leeftijd ruim 2 jaar administratief werk bij de CAV heeft gedaan, om daarna weer 3 jaar thuis op de
boerderij te werken. Dat was hard aanpoten maar wel erg leuk.
Dorus was een grappenmaker. Zo zat hij wel eens hoog in de hooiberg een haan na te doen. Ook kon hij, als hij
naar het land liep, doen alsof hij over de sloot wilde springen en dan sprong hij er expres in. Als Dorus boos
was op een van de kinderen dan kon je dat merken omdat hij dan heel duidelijk en plechtig de naam van diegene
uitsprak. Mieke ging niet vaak mee op familiebezoek, wel naar b.v. 25-jarige bruiloften e.d.. Zij wilde altijd dat
Dorus alleen ging en zij bleef dan thuis bij de kinderen. Op de 50-jarige bruiloft van Toon en Sijn is ze wel
geweest. Mieke wilde wel elke zondag naar haar vrijgezelle broer en zus toe die nog op de andere boerderij woonden.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 96-97.)
9.
Ten tijden van de mobilisatietijd in 1939 hebben een dertigtal Nederlandse militairen bij hen op de zolder
gelegen. Van daaruit gingen zij oefenen in de buurt. Van september 1944 tot juli 1945 hebben zij evacués uit
Groesbeek in huis gehad. In die tijd zijn er ook enkele maanden Engelsen ingekwartierd geweest. In Nistelrode is
het erg rustig gebleven tijdens de oorlog. Er is nooit gevochten en ze hebben, zoals vrijwel alle boeren, geen
honger geleden. In september 1944 ging Dorus op de fiets op bezoek in Mariaheide. Dat was echter op dat moment een
riskante onderneming omdat er toen juist in en rondom Mariaheide behoorlijk gevochten werd. Dorus had dat echter
niet in de gaten omdat het in Nistelrode veel rustiger was. Antoon herinnert zich nu nog altijd de oorlog als hij
cornedbeef eet. Hij herinnert zich dat omdat hij met de bevrijding, met een aantal vriendjes, engelse militairen
tegen kwam die hen brood met cornedbeef gaven. Hij heeft dat eerst mee naar huis genomen om het te laten zien en
vervolgens opgegeten. Van de nylondraden van parachutes werden sokken gemaakt. Deze waren erg sterk en gingen
nooit kapot, maar waren wel heel hard om te dragen.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 98.)
10.
Dorus heeft veel pech gehad met zijn lijf: In 1954 heeft hij zijn nek gebroken. Hij stond met de veearts achter een
koe die aan het kalveren was. Plots schoot het kalf los en Dorus viel hard achterover tegen de muur. Hij is toen
door de veearts, die direct zag dat het ernstig was, op een deur gelegd. Hij is nooit voor dat ongeval in het
ziekenhuis geweest. Vanaf die tijd heeft hij altijd een slecht gevoel in zijn handen en voeten gehad, alsof je
hand slaapt. Hierdoor kon hij een heleboel fijne dingen niet meer doen. Zo liet hij vaak eieren vallen die hij in
zijn handen had of hij kneep ze kapot omdat hij die niet goed voelde. Het grove werk ging wel goed. In 1965, toen
zij 25 jaar getrouwd waren, heeft hij zijn been gebroken.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 97.)
11.
In juli 1969 zijn Dorus en Mieke verhuisd met de 4 jongste kinderen van de boerderij naar de nieuwe bungalow.
Dorus en Mieke zijn allebei naar Lourdes geweest, Mieke zelfs 2 keer. Mieke heeft ook meerdere keren met de bejaarden
uit Nistelrode busvakanties gemaakt, o.a. naar Frankrijk en Oostenrijk.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 98.)
12.
Theodorus overleed op 15 februari 1970.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 44.)
13.
Zijn bidprentje schrijft o.a.: 'In dankbare herinnering willen wij blijven gedenken (..) Theodorus van Asseldonk,
echtgenoot van Maria Josephina van de Wetering, geboren te Veghel 25 oktober 1901 en na voorzien te zijn van de
sacramenten der zieken overleden in het ziekenhuis te Veghel 15 februari 1970. Zijn lichaam hebben wij te ruste
gelegd op het kerkhof te Nistelrode. Vader, zo graag hadden wij u en moeder gegund nog jaren samen gelukkig te
leven in het nieuwe huis en te genieten van de welverdiende rust na uw werkzaam leven. (..) Wij vooral uw kinderen
zijn u vader en ook moeder dankbaar voor alles wat u beiden voor ons hebt gedaan en betekend. Wij weten vader hoe
gij altijd hard hebt gewerkt voor ons groot gezin en wij weten ook dat dat natuurlijk ook zijn zorgen met zich
meebracht maar om zo vader voor ons te kunnen zijn hebt gij uw kracht gezocht en gevonden bij Hem die u die
opdracht heeft gegeven (..)'
14.
Nadat Dorus overleden was heeft Mieke daar nog 5 jaar in de nieuwe bungalow gewoond om vervolgens naar een
aanleunwoning in Nistelrode te verhuizen, daar heeft zij nog 25 jaar gewoond voordat zij op 95-jarige leeftijd
overleed.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 98.)
15.
Maria van de Wetering overleed op 21 november 2001.
(Bron: Gerard en Annemarie van Asseldonk, Toon & Sijn van Asseldonk. Het dunne draadje met een omvangrijke buit. (Veghel 2005) 44.)
16.
Haar bidprentje schrijft o.a.: 'Mooi zijn de herinneringen die blijven. Mieke van de Wetering, weduwe van
Dorus van Asseldonk, geboren: Uden, 11 maart 1906, overleden: 21 november 2001. Moeder wordt begraven op het
kerkhof, Parklaan, Nistelrode. Ons moeder is gestroven zoals ze was en geleefd heeft. Wel alleen maar niet
eenzaam. Zij heeft een hoge leeftijd bereikt in het volle bewustzijn van het leven. helemaal voorbereid op haar
sterven en er volledig mee verzoend dat de Heer spoedig zou komen, is zij in de haar zo vetrouwde omgeving thuis,
zonder ziekbed, overleden. Haar leven werd gekenmerkt door bidden en werken. Samen met vader heeft zij zich
ingezet voor haar kinderen en de boerderij. Ze was een zorgzame hardwerkende vrouw. Werken was haar lust en
leven. Als had ze er niet veel behoefte aan om met veel mensen contact te hebben, zij was zeer belangstellend
voor en bezorgd om haar kinderen en kleinkinderen. Belangstelling had ze voor politiek en nieuws. Tot voor kort
las ze nog elke dag de krant en was erg betrokken bij het leven om haar heen. Diep gelovig als ze was, vond ze
haar kracht in het geloof bij de moeilijkheden van het leven en het verlies van vader en Petra. Dankbaar was zij
voor de zorgen aan haar besteed.' |